Hoe kunnen rechercheurs bij sporenonderzoek sneller en effectiever hun werk doen? Twee nieuwe toepassingen gaan daar de komende jaren een rol in spelen: het slimme wattenstaafje én een tool die vingerafdrukken ter plekke kan dateren. Lectoren Jaap Knotter en Martin Bennink vertellen over deze innovaties op de plaats delict.
“Wanneer een forensisch rechercheur op de plaats delict sporen verzamelt, gaat dat materiaal vervolgens naar een lab voor onderzoek en analyse. Daaruit blijkt welk sporenmateriaal daadwerkelijk zichtbaar en relevant is,” legt Jaap Knotter uit. “Bij het gebruik van wattenstaafjes weten we al jaren dat ze goed zijn in het opzuigen van biologische sporen. Vaak zijn dat lichaamsvloeistoffen. De afgifte daarvan is in het lab een stuk moeilijker, omdat de staafjes de sporen vast blijven houden. Daardoor blijkt in de praktijk dat zo’n kwart van het verzamelde sporenmateriaal in het lab onbruikbaar is voor verdere analyse. Op een andere manier geldt dat ook voor het verzamelen en analyseren van vingerafdrukken. Hoewel een forensisch rechercheur, bijvoorbeeld bij een woninginbraak, uit ervaring weet op welke plekken hij met behulp van poeder vingerafdrukken moet verzamelen, kan achteraf in het lab blijken dat een deel van die vingerafdrukken niet relevant is.”
Van slim wattenstaafje tot een lab-on-a-stick
Om sporenonderzoek en -analyse in het eerste stadium, dus al op de plaats delict te verbeteren, werkt Saxion met een aantal partners in de forensische keten aan praktische toepassingen. Het project Ademforsa, dat nu wordt opgeleverd, richt zich op een slim wattenstaafje, waarvan de demonstrator nog wordt doorontwikkeld. Dat staafje kan zich zelfs ontwikkelen tot een ‘lab-on-a-stick’. Dit voorjaar ging daarnaast DaVinciQD van start: een nieuw onderzoeksproject dat erop gericht is vingerafdrukken direct te detecteren én te dateren.
Kaf van het koren scheiden
Jaap Knotter: “Voor Ademforsa zijn we op zoek gegaan naar een materiaal en techniek waarbij we sporen kunnen opzuigen, filtreren en direct op een aantal kenmerken kunnen analyseren. Daarmee vergroot je het rendement van zo’n proces op allerlei manieren. We kwamen op het idee met membranen te gaan werken. Die bestaan uit allerlei poriën met een enorme zuigkracht. Doordat we de grootte van die poriën kunnen beïnvloeden, creëren we daarmee een filter waarmee we alleen de cellen van lichaamsvloeistoffen opzuigen waar we interesse in hebben. We scheiden het kaf van het koren en hebben een zuivere vangst. Daarnaast is het door het toevoegen van een stof in het filter mogelijk om de opgezogen bloedcellen ter plekke open te breken, om het DNA vrij te maken. Met tegendruk kunnen we dan het DNA eruit halen. Door dit concept verder te ontwikkelen tot een ‘lab-on-a-stick’ willen we het voor rechercheurs vervolgens mogelijk maken ter plekke af te lezen of er sprake is van menselijk DNA en of dat bijvoorbeeld afkomstig is van een man of vrouw.”
“Door dit concept verder te ontwikkelen tot een ‘lab-on-a-stick’ willen we het voor rechercheurs vervolgens mogelijk maken ter plekke af te lezen of er sprake is van menselijk DNA en of dat bijvoorbeeld afkomstig is van een man of vrouw.”
Jaap Knotter
Eén tool die ter plekke alles kan
Het inzetten van keramische membranen en het gebruik van het verschil in poriegrootte van het materiaal is nieuw in het vakgebied, vertellen de lectoren. Ze werkten samen met het Institut für Forensische Genetik (IFG) dat gelieerd is aan de Universiteit van Münster. Het uiteindelijke device dat ze willen ontwikkelen, laat zich misschien nog het beste vergelijken met een zwangerschapstest, aldus Martin Bennink. Hij legt uit dat de verschillende losse onderdelen van het proces nu onderzocht zijn, en dat vervolgonderzoek moet resulteren in één tool die op de plaats delict kan verzamelen, detecteren en analyseren. Het vervolgonderzoek staat inmiddels in de steigers.
Slimme kwantumdots
Net als het in maart gestarte DaVinciQD-project, dat gericht is op het dateren van vingerafdrukken. Bennink: “Het idee is om te werken met kwantumdots, kleine metalen deeltjes die vingersporen zichtbaar maken omdat ze fluoriseren wanneer ze worden aangestraald. Op die kwantumdots willen we moleculen aanbrengen die zich binden aan verschillende stoffen in zo’n vingerafdruk. Wie zijn vingerafdruk ergens achterlaat, laat daarmee niet alleen DNA achter, maar ook veel andere stoffen zoals eiwitten en mogelijk nicotine. Door die kwantumdots slim te maken, vertellen ze iets over de samenstelling van zo’n afdruk en over de leeftijd ervan. Is het een afdruk die achter is gelaten binnen het tijdsframe van het gepleegde delict, dan is hij interessant en relevant om mee te nemen naar het lab. Blijkt de afdruk anders op te lichten en is hij oud, dan kan de forensisch rechercheur er voor kiezen het materiaal niet te verzamelen. Kwantumdots werden al op beperkte schaal gebruikt bij het verzamelen van vingersporen, maar waren niet populair in gebruik vanwege de toxische samenstelling van het materiaal.”
“Wij proberen, hands-on, de mensen in het veld van nieuwe tools te voorzien. De professionals uit het veld, die er dagelijks mee moeten werken, zijn dan ook intensief bij het onderzoek betrokken.”
Martin Bennink
Inmiddels is het ook mogelijk om met schonere varianten te werken, vertelt Bennink: “We hebben twee van die varianten gekozen om op voort te borduren. Ons onderzoek zal moeten uitwijzen hoe we het gebruik van de kwantumdots en de analyse ervan het beste kunnen toepassen. Dat moet op een manier waarmee rechercheurs er in de praktijk goed mee uit de voeten kunnen. Het zou ideaal zijn als ze met gebruik van een camera in hun smartphone de dots ter plekke kunnen lezen, maar dat wordt allemaal onderwerp van nader onderzoek.”
Revolutionaire innovatie
Voor beide onderzoeksprojecten geldt dat ze het sporenonderzoek op de crime scene op een revolutionaire manier kunnen innoveren. Het onderzoek wordt effectiever doordat alleen de juiste sporen worden meegenomen, waarna het aanvullende traject in het lab versneld wordt.
Bennink besluit: “Eigenlijk halen we in een aantal gevallen het lab naar de plaats delict. De afgelopen jaren richtten veel innovaties zich juist op die eindfase in het lab. Aan de voorkant gebeurde weinig. Deze twee projecten richten zich juist wel sterk op die voorkant. Wij proberen, hands-on, de mensen in het veld van nieuwe tools te voorzien. De professionals uit het veld, die er dagelijks mee moeten werken, zijn dan ook intensief bij het onderzoek betrokken. Dat vergroot de kans dat we iets maken dat echt zijn weg vindt naar de praktijk. Daar hebben we de praktijk dus ook bij nodig.” Knotter vult daarop aan: “We testen onze kennis nu direct met de forensisch rechercheurs-in-opleiding bij de Politieacademie. Zo betrek je een nieuwe generatie professionals direct bij deze nieuwe technische ontwikkelingen.”
Over Jaap Knotter
Dr. Jaap Knotter MEd, is als lector verbonden aan de Politieacademie en Saxion University of Applied Sciences. Zijn onderzoeksgroep, Advanced Forensic Technology, heeft voor ogen om innovatieve techniek te ontwikkelen om de (forensische) opsporing te verbeteren
Over Martin Bennink
Dr. ir. Martin Bennink is sinds oktober 2015 als lector verbonden aan Saxion University of Applied Sciences. Zijn onderzoeksgroep NanoBio houdt zich bezig met praktijkgestuurd onderzoek op het grensvlak van micro-/nanotechnologie en de life sciences.
Bij Ademforsa zijn de volgende partners betrokken: Pervatech, Saxion University of Applied Sciences, Deventer Ziekenhuis, Institute for Forensic Genetics, Universiteit Twente, NYTor, Querin, LioniX International en FFUND. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van INTERREG Deutschland – Nederland.
Voor DaVinciQD werken de Saxion-lectoraten Advanced Forensic Technology en NanoBio samen met het Nederlands Forensisch Instituut, de Nationale Politie, de Universiteit Twente en de bedrijven Fair-Fusion, SpectriS-Dot, Spectro-Ag en BVDA.
Geef een reactie