In het oude Wilde Westen losten de sheriffs hun capaciteitsprobleem op door bij gelegenheid een posse van schietbekwame burgers samen te stellen voor het achtervolgen en overmeesteren van voortvluchtige misdadigers. Ook werd het publiek door middel van aanplakbiljetten aangemoedigd om bij verstek veroordeelde boeven op te sporen en, natuurlijk tegen gepaste beloning, dood of levend aan justitie over te dragen. Zulke ruige praktijken liggen gelukkig ver achter ons; we hebben een capabel opsporingsapparaat, waardoor zulke drieste maatregelen niet meer nodig zijn. Of gaat het internet ook hier voor radicale vernieuwing zorgen en staat de Uber-justitie voor de deur?
Mee laten doen?
Een onderzoeksteam geleid door Yvette Schoenmakers bekeek in opdracht van Politie en Wetenschap hoe voortvluchtige onherroepelijk veroordeelden worden getraceerd. De Nationale opsporingslijst blijkt ongeveer 12.000 gezochten te omvatten, waarvan naar ongeveer een kwart actief wordt gezocht. Jaarlijks worden enkele honderden voortvluchtigen alsnog gearresteerd. Het landelijk team FAST NL jaagt met enig succes op de zwaarste categorie, maar een substantieel deel van de ‘middenmoot’ slaagt er in hun straf duurzaam te ontlopen. Volgens de onderzoekers zijn met enige inzet veel meer voortvluchtigen te achterhalen.
Nederland heeft dus te maken met duizenden voortvluchtige veroordeelden. Vaak gaat het daarbij om plegers van betrekkelijk geringe delicten, die misschien vroeger of later tegen de lamp lopen bij de Marechaussee of door een verkeerscontrole. Maar er zitten ook echte slechteriken tussen. Gewetenloze types die zich actief aan hun straf onttrekken en vaak doorgaan met het plegen van zware delicten. Ze vormen daarmee een gevaar voor de samenleving, en het enkele feit dat ze op vrije voeten zijn ondermijnt het vertrouwen in de effectiviteit van ons rechtsstelsel.
Kan dit probleem worden aangepakt door via sociale media de wisdom of the crowd te benutten? Het is immers frustrerend dat journalisten als Peter R. de Vries er wél in slagen om voortvluchtigen in binnen- en buitenland te achterhalen. Ook de cowboys van GeenStijl lukt het vaak verrassend snel om op beeld vastgelegde plegers van misdrijven te identificeren. Kunnen we niet meer boeven vangen door een deel van onze communicatiemedewerkers meespeurende burgers te laten begeleiden? Met technieken als ip-tracing en gezichtsherkenning neemt de pakkans dan aanzienlijk toe.
Varianten
Natuurlijk zijn er risico’s verbonden aan het oproepen tot zulke burgeropsporing. De recente film The Circle naar het boek van Dave Eggers maakt dat op indringende wijze duidelijk. Er kunnen zich gevaarlijke persoonsverwisselingen voordoen, en misschien gaan sommige burgers wel erg nadrukkelijk hun buren in de gaten houden. Een teruggetrokken man met stereotiepe ‘boevenkop’ zou per abuis het AT op bezoek kunnen krijgen. Nog erger wordt het als er klopjachten ontstaan en burgers zelf gaan proberen al dan niet gezochte personen in de boeien te slaan. In de Verenigde Staten gaan zogenoemde bounty hunters nogal doortastend te werk bij het opsporen en aanhouden van figuren die ondanks een borgsom de benen nemen. Zulke premiejagers vormen niet per se een verrijking van de samenleving en zijn daarom in de meeste landen verboden.
In de VS worden vaak grote bedragen aan tipgeld uitgeloofd. Amerikaanse steden kennen een Crime Stoppers-programma voor het belonen van tips, en er zijn ook privaat gefinancierde tipvoorzieningen zoals de website Rewards4fugitives.com (“Get involved. Get paid”).
In Nederland bestaat sinds 2008 een milde variant hiervan: de website boevenvangen.nl brengt signalementen van gezochte verdachten en misdaadnieuws, en claimt daarmee bij te dragen aan het oplossen van misdrijven. Oprichter Onno Vos van het mediaproductiebedrijf Bonovox maakt al sinds 2000 opsporingsprogramma’s in samenwerking met OM en politie. De Amsterdamse politie kwam in 2009 zelf met de website Veroordeeldengezocht.nl, die later via politie.nl landelijk navolging kreeg.
Verdienmodel
Er zijn beslist legitieme bedenkingen bij het met belastinggeld belonen van zulke private speurzin. Anderzijds is het ook moeilijk te accepteren dat duizenden voortvluchtigen zich blijvend aan rechterlijke vonnissen kunnen onttrekken. Het Openbaar Ministerie zag dat ook in en introduceerde per 1 december een nieuwe Aanwijzing opsporingsberichtgeving. De officier van justitie kan voortaan bij voldoende maatschappelijke urgentie gezochte verdachten en veroordeelden met naam en toenaam in de openbaarheid brengen. Onder bijzondere omstandigheden zoals acute terrorismedreiging mag dat ook om het plegen van ernstige strafbare feiten te voorkomen, en het OM gaat zulke berichtgeving zelfs inzetten voor het achterhalen en afpakken van wederrechtelijk verkregen goederen, bezittingen of vermogen. Als hier interessante beloningen aan worden gekoppeld, kan het traceren van crimineel bezit een lucratief privaat verdienmodel opleveren. Dat zou criminelen zeker ontmoedigen om in de sociale media met hun bling-bling te pronken.
Ik kom trouwens net terug uit de VS, waar cowboy Trump zojuist een voor de onder- en middenklasse desastreuze belastingmaatregel heeft ingevoerd. De rijken in Amerika gaan straks nog minder belasting betalen. Uiteindelijk blijft er nauwelijks geld over in de staatskas voor bijvoorbeeld de politie of sociale voorzieningen. ‘Starve the beast’ noemen de Republikeinen dit; honger het staatsbeest uit. Een redelijke en eerlijk verdeelde belasting is echter nodig om een rechtsstaat te kunnen garanderen die voorkomt dat burgers zelf naar de wapens grijpen. Dat is beter dan de samenleving uit te hongeren en burgers aan te zetten tot heksenjachten op illegalen. Laten we goed kijken naar de Amerikaanse ontwikkelingen; daar kunnen we altijd van leren.
Geef een reactie