Samenwerking tussen bestuur en Openbaar Ministerie heeft succes
Ondermijnende criminaliteit is wijdverspreid, maar de intensieve en integrale aanpak van gemeenten, Openbaar Ministerie, politie en andere organisaties behaalt successen. Dat merken Marina Starmans, burgemeester van Dongen, en Greetje Bos, die tot voor kort officier van Justitie in Midden- en West-Brabant was en onlangs koos voor het wethouderschap in Breda. Het Burgemeestersblad interviewde Marina (Starmans) en Greetje (Bos) over de samenwerking tussen bestuur en openbaar ministerie.
Marina: ‘Ondermijning is zo’n modern containerbegrip geworden. Als je het met een inwoner hebt over ondermijning, dan gaat het al snel over hennepkwekerijen. Maar als ik aan ondermijning denk, dan heb ik het over het indringen van de onderwereld in de bovenwereld. We komen dat in onderzoeken tegen: iemand heeft zijn neefje bij de politie of zijn dochter werkt bij de Belastingdienst.’
Greetje: ‘Voor mij betreft ondermijning ook die hennepkwekerij, omdat het vaak om mensen gaat die geronseld worden om zoiets op te zetten en dan door de onderwereld worden aangestuurd. De criminele activiteiten zijn opgezet als een verdienmodel. Dat is voor de hele samenleving ontwrichtend. Vergis je niet, hoor, het is een hele industrie, een echte bedrijfstak.’
Gecombineerde aanpak
Marina: ‘Ik ben nu drie jaar burgemeester van Dongen en in die tijd zijn er 34 hennepkwekerijen opgerold. Dat is nog maar het topje van de ijsberg. Door de combinatie van strafrechtelijk en bestuursrechtelijk optreden kom je erachter dat er veel meer aan de hand is. In Midden-Brabant werken we in een taskforce inmiddels met twaalf partners samen. We delen informatie met elkaar en dat geeft een enorme spinoff. Samen leggen we zo een heel crimineel web bloot, dat je alleen nooit in beeld zou krijgen.’
Greetje: ‘In de ontwikkeling van de ondermijning is de gecombineerde aanpak wel een gamechanger geweest. Voordat ik twee jaar geleden in Brabant als officier van justitie begon, was voor mij al bekend dat er in Brabant een groot probleem was met ondermijning en criminaliteit. Maar het is me echt tegengevallen hoe omvangrijk dat verschijnsel hier is. Met stip op 1 staan de georganiseerde overtredingen van de Opiumwet. Omdat het iedereen over de schoenen begon te lopen, is de noodzaak tot samenwerking hier veel harder gevoeld. Er zijn vaste samenwerkingspartners zoals de gemeenten, provincie, OM, politie, de belastingdienst en soms ook gelegenheidscoalities als er specifieke zaken aan het licht komen. Neem nu de NIWO: de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie. Zij zitten helemaal in de logistiek en haken aan omdat ze in de media zien dat er sprake is van crimineel vervoer door vrachtwagens. Met inzet van Bibob kan de NIWO op vergunningengebied ook bijdragen in de aanpak.’
Private sector
Marina: ‘We zijn nu heel actief met publieke partners, maar je zult de aanpak door moeten ontwikkelen in de private sector. Bedrijven en instellingen moet je ook betrekken, involveren en verantwoordelijk maken. Zo richten we ons nu bijvoorbeeld op de autoverhuur en leasebedrijven. Betrokkenheid van particulieren vraagt wel om een lange adem. Toen ik hier drie jaar geleden burgemeester werd, hadden we natuurlijk wel hennepkwekerijen, maar de Dongenaren hadden nog zoiets van “och ja, een kwekerijtje.”
Nu is het besef bij de mensen dat het niet normaal is. Maar we moeten voortdurend laten zien dat we bezig zijn en dat de aanpak vruchten afwerpt. Zo hadden we laatst een inbeslagname van twee prachtige Mustangs. Die werden voor iedereen zichtbaar met een oplader afgevoerd. In de media is daar flink aandacht aan besteed.’
Greetje: ‘Ik geloof ook in het investeren in preventie, bijvoorbeeld met een project als “Veilige school”. Scholen wilden er eerst niet echt aan dat er problemen met drugs zijn, maar die bewustwording is er nu wel. Ga met de gemeente dingen organiseren om er voor te zorgen dat het in de preventieve sfeer wordt uitgebannen. Ik zie dat wel gebeuren en denk dat het goed gaat. In Tilburg is een theatergroep ingezet die een toneelstuk heeft gemaakt met uitvoeringen voor leraren, ouders en leerlingen; ook in combinaties. Dat roept enorme discussies op, want voor veel mensen gaan de ogen dan pas open. Die weten gewoon niet hoe de drugs al de wereld van de school zijn binnengedrongen.’
Marina: ‘We werken ook met bestuurlijke interventieteams (BIT). Die zich onder andere richten op jongeren die wegglijden en het criminele circuit ingaan of op het punt staan om dat te doen. Jongeren zien nu meer politieauto’s in de buurten en worden aangesproken door de BOA’s en de politie. Die gaan ook gericht bij gezinnen naar binnen om de ouders aan te spreken. We zeggen dan “Let op! Het is uw kind, uw verantwoordelijkheid en uw opvoeding.” We maken voor de buurt duidelijk zichtbaar dat we naar binnen gaan. Dan zie je dat men vreest dat er te veel aandacht op de familie komt en dat wil men naturlijk niet. De essentie van BIT is dat we samen het probleem aanpakken, maar juist ook samen zorg aanbieden. Vaak zit er een zorgvraag achter het probleem. We pakken jongeren en hun ouders aan, maar bieden ook de helpende hand. Dat werkt. Zo hadden we laatst een groep van jongeren, die echt veel vernielden en overlast gaven. Die hele groep is nu uit elkaar gevallen en daarmee is een deel van de criminaliteit weg. Je hebt ook kennis en bewustzijn bij de ambtenaren nodig. Daar doen we dan ook veel trainingen mee. Als je weet dat iemand lid is van een OMG en diegene een vergunning aanvraagt voor een nogal grote aanbouw achterin zijn tuin, maar wel een bijstandsuitkering heeft, dan moet je wel op je achterhoofd krabben. Niets is zo makkelijk als weg te kijken van criminaliteit. Je moet het wel willen zien.
Wij hadden een ambtenaar die geïntimideerd werd met vervelende brieven thuis. Ik heb toen met de vermoedelijke afzender een stopgesprek gehad en duidelijk gemaakt dat ik dat niet accepteer. Als je brieven wilt schrijven, prima, maar dan zijn die gericht aan het college van Burgemeester en Wethouders met als adres: het gemeentehuis.’
Informatie delen
Greetje: ‘Hier raak je een ander thema: de weerbaarheid van de overheid. Als je normen stelt, dan moet men die naleven en dan moet de overheid handhaven. Ik zie daar door de integrale aanpak verbetering in komen. Er is veel meer bewustzijn en de gemeenten waar ik mee werk, hebben het onderwerp hoog op de agenda staan. Voor weerbaarheid moet je het personeel steunen, trainen en helpen. Open communicatie in de driehoek is cruciaal voor effectiviteit van de samenwerking. Voorheen was er toch wel de reflex van “blijf in je hok zitten” en een licht wantrouwen naar de andere instellingen waarmee werd samengewerkt.
Je moet af van dat wantrouwen en ik zie daar mooie ontwikkelingen, ook in de gegevensuitwisseling. Binnen het OM was er een soort natuurlijke terughoudendheid om informatie uit strafrechtelijk onderzoek met de burgemeester te delen. Er was angst dat gegevens op straat kwamen te liggen, maar dat geldt voor het OM intern net zo goed. Als je wilt samenwerken, dan moet je informatie delen en met elkaar van fouten leren. Ik zie binnen het arrondissement beweging ontstaan. Bij de gebiedsofficieren gaan de luiken steeds meer open. Je moet kijken naar het beoogde resultaat van je ingrijpen en niet – wat traditioneel bij politie en justitie gold – iets grondig tot op de bodem uitzoeken voor je ermee naar de rechter gaat. Als je dat hier gaat doen, maak je te weinig verschil. Je moet met alle partners in staat zijn om te vragen “wie heeft de beste papieren om dit op
te lossen”. Wij hebben als OM en politie moeten leren om af te komen van de reflex om een zaak ten koste van alles door het hele strafproces te trekken. Dat opladen van die twee Mustangs is typisch een uiting van dat leerproces. Een korte klap met zichtbaarheid.’
Veegdagen
Marina: ‘We hebben van tijd tot tijd een ondermijningsdag. (Greetje: ‘veegdagen noemen wij dat; soms veegweken.’) We maken gezamenlijk een lijst met adressen waarvan we vermoeden dat er iets mis is. Dan treden we schouder aan schouder met een groot aantal samenwerkende partijen op: bestuursrechtelijk, strafrechterlijk, belastingsdienst, iedereen gaat mee. Panden waarbij we afzonderlijk onze twijfels hebben of indicaties hebben dat er iets niet klopt, worden eerst gezamenlijk beoordeeld. Soms geeft deze samengestelde informatie een beter beeld en kan een dergelijk pand worden aangepakt, of we komen samen tot de conclusie dat er niets aan de hand is, dat kan natuurlijk ook. Feit is dat als er bij de verschillende partners, onafhankelijk van elkaar, al informatie beschikbaar is, er dan meestal ook echt wel wat aan de hand is. Bijvoorbeeld een te sjieke boerderij aan de voorkant, maar met te veel panden aan de achterkant. Daar vinden we dan een kwekerij van 180 planten. Voor het OM is dat een kleintje en dan handelt de gemeente een en ander bestuursrechtelijk af. Daarmee wordt de burgemeester wel kwetsbaar. Ik maak daar niet zo’n lawaai over omdat dat niet zo bij mij past. Belangrijkste is dat je niet wegkijkt.’ Greetje: ‘Je moet schouder aan schouder staan. Het OM moet de schaarse capaciteit efficiënt inzetten, maar als het gaat over collega’s in het publiek domein dan springen wij daar wel bovenop. Dat ben je dat ook naar een ambtenaar of burgemeester verplicht. Meestal communiceer ik met de burgemeester over dat soort gevallen. Niet om diens goedkeuring te vragen, maar ik wil dat de burgemeester wel merkt dat hij er niet alleen voor staat. We kiezen er regelmatig voor dat de politie een gesprek voert met de mensen die over de schreef gaan. Zo’n VIP gesprek is effectiever dan een strafrechtelijke ingreep: gewoon aanspreken op gedrag dat niet getolereerd wordt en moet stoppen.’
Facilitators
Marina: ‘Een mooi voorbeeld. De Landelijke eenheid vindt bij een inval 200 kilo apaan, 5 kilo cocaïne, drie tasers en een revolver. Dat was in een huurhuis. De verhuurder weet van niets. Dat komt vaker voor en daar hebben we beleid op ontwikkeld. Verhuurders die meerdere panden in bezit hebben, krijgen een VIP gesprek met de politie. Met als insteek: je was een onwetende verhuurder, maar nu ben je een wetende verhuurder. En als er in een van jouw andere panden iets mis is, dan komt de focus niet meer te liggen op dat pand en de crimineel die erin zit, maar ook op jou. Dat vinden ze heel vervelend, zeker als ze weten dat de belastingdienst hen ook in het vizier heeft. Dat leidt er toe dat een aantal verhuurders schoon schip gaat maken onder hun huurders.’
Greetje: ‘Je richt je daarmee op de facilitators: de mensen die over de middelen beschikken om het criminelen makkelijk te maken, zoals verhuurders van panden. In Amsterdam hebben ze in de APV eisen opgenomen waar verhuurders aan moeten voldoen. Pandeigenaren moeten weten dat het aanvaarden van maandelijkse huurbedragen in contanten gewoon een witwasindicatie is. Af en toe word ik wel uitgenodigd bij Rotary-achtige bijeenkomsten om het verhaal van ondermijning te vertellen. Aan het eind van de bijeenkomst zeg ik dan altijd “Als je nu nog contant geld aanneemt, dan heb je mijn hele verhaal niet begrepen en ben je bezig om de ondermijnende criminaliteit te faciliteren.” Dat beklijft.’
Marina: ‘We hebben enige tijd geleden een avond gehad voor het buitengebied waar best veel boeren en bedrijven op afkwamen. Daar kwamen de verhalen dat men vaak en voor grote bedragen ruimten wil huren. Heel aanlokkelijk als het water je aan de lippen staat, maar dan moet je wel weten dat het niet deugt. Ik vertel dan dat ze het eerste kwartaal wel betalen en misschien het tweede ook wel, maar daarna niet meer. Je komt er nooit meer vanaf, want ze zeggen: “Wil je dat ik wegga? Dat is goed. Maar dan steken we wel je hele hut in brand.” Of er wordt gezegd: “Ik weet dat je dochter elke ochtend om 8 uur wegfietst naar school en ik weet welke route ze neemt. Weet je zeker dat je wilt dat we weggaan?”
Effect
Marina: ‘We zien dat onze aanpak en de inzet van alle partijen werkt. Zwaardere criminelen vertrekken naar het buitenland. Ze hebben het hier niet meer naar hun zin, juist omdat wij goed samenwerken. Een crimineel tref je gewoon het hardst door zijn horloges of dure auto af te pakken of door te frustreren dat hij een bepaalde plek niet meer kan gebruiken. We merken dat ook bij de outlaw motorgangs. Je voorkomt niet dat er een waterbedeffect optreedt, maar je mziet wel dat ze het steeds minder leuk vinden. Je ziet ook andere verschuivingen. Zo merkten we dat er minder vaten met drugsafval in het buitengebied mwerden gevonden. Het bleek dat ze voor de dumpingen gewoon de autowasstraat inreden en daar hun tankjes loosden. Via gerichte metingen in het riool zag je dat concentraties op zaterdagen omhoog schoten. Dan wist je dat er weer geloosd was. Maar op een gegeven moment hebben zij dat ook weer door en dan gaan ze weer wat anders doen. Zo waren eerst kapperszaken de witwassers, later de autobedrijven en nu zijn het de parcel services. Ze rijden de hele dag rond met honderden pakketjes achterin de auto.’
Wettelijke hobbels
Marina: ‘We hebben nu Damocles en Victoria als wettelijke instrumenten, maar die hebben hun beperkingen. Neem een illegale sigarettenfabriek, hier in Dongen, waar 15.000 kilo tabak werd gevonden. Ik kan er bestuursrechtelijk helemaal niets mee. Ik kan niet sluiten. Apaan staat toevallig wel op de lijst van verboden stoffen, maar heel veel andere grondstoffen nog niet. Laatst werd er 1200 liter mierenzuur gevonden in Klein-Dongen-Vaart. Dat is geen verboden stof, terwijl het echt gebruikt wordt voor de productie van synthetische drugs. En als er wapens worden gevonden, dan kan ik ook niet overgaan tot sluiting van het pand. Op die vlakken houdt de wetgever de ontwikkelingen onvoldoende bij.’
Greetje: ‘Het aantreffen van mierenzuur is geen sluitingsgrond voor de burgemeester, maar als er wapens zijn, dan gaat bij mij het alarm misschien nog wel harder af dan als er drugs zijn. We moeten de sluitingsbevoegdheden inderdaad verbreden, want het sluiten van panden heeft een enorme impact op de misdaad.’
Geef een reactie