Wat doet de corona-tijd met mensen? Een grote vraag, waarover veel geschreven wordt. We lezen hoe iedereen zijn weg zoekt in het nieuwe normaal. Ook gaat het erover wat mensen ertoe brengt om in conspiracy-theorieën te vervallen. Trauma-expert en emeritus-hoogleraar psychiatrie Berthold Gersons verwonderde zich over het feit dat hij zo weinig verdriet ziet1; er zijn toch veel mensen overleden en onder erge omstandigheden.
Wat maakt de versoepeling los? Burenruzies nemen toe, maar van een stijging van huiselijk geweld lijkt nog geen sprake en zelfdodingen nemen af. Voor sommige mensen is het gedwongen isolement een verademing en zij zien op tegen het oude normaal. Tegelijkertijd zien we binnen de samenleving scheidslijnen – ook wel breuklijnen genoemd – groter worden, met alle gevolgen die dat geeft. Invalshoeken te over.
Al deze inzichten brachten me bij de vraag hoe ik dit nu eigenlijk allemaal zelf beleef. Ik hoor het mezelf vaak zeggen: het is een rare tijd. Maar wat voor tijd is het? Het is allereerst crisistijd. Ik wil daar niet omheen als je let op de ernst. Grote aantallen overleden mensen, met schrijnende verhalen over verdriet en rouwverwerking. Veel ontwrichting in het normale leven. Een minister die het teveel wordt.
Ik zie dingen die ik voor onmogelijk had gehouden. Het parlementaire proces onder druk. Een samenleving zonder sport en mensen die niet naar de kerk kunnen. Ik lees met zorg over de gevolgen rond stabiliteit in de wereld, economie, sociale verbanden en welzijn van mensen. En thuis voeren we gesprekken of de kinderen wel allemaal tegelijkertijd kunnen komen.
En tegelijkertijd gaat veel door. Ik zie mensen keurig aangekleed in dure en glimmende auto’s rondrijden. Veel bouwvakkers zijn aan het werk, op bouwplaatsen of aan de weg. Bewoners verbouwen en verven hun woningen. We doen onze boodschappen en we zetten goed klaargemaakte maaltijden op tafel.We maken er het beste van, thuis en op het werk. De korpschef gaat en de korpschef komt. Het jaarverslag is weer klaar en we werken aan de kaderbrief. In de eenheden zoeken we slimme oplossingen voor opleidingen en we passen onze bureaus aan op het nieuwe normaal en bedenken wat we kunnen vasthouden, als het over is. We leveren inmiddels weer evenveel verdachten af, terwijl het werkaanbod lijkt afgenomen of minstens veranderd. De inspectie meldt zich dat ze graag wil komen kijken hoe het met korpscheftaken staat. En de Rekenkamer kijkt naar de inspectie. Hoe dan ook, ik voel wel mee met wat professor Gersons bedoelt. Ondanks onze pogingen om er zoveel mogelijk van te maken, zit er iets onder het oppervlak wat we niet mogen negeren. Het is goed elkaar te bevragen en er voor elkaar te zijn. Even nadenken over wat echt belangrijk is. Doen we dat niet, dan wordt het isolement van mensen groter. Meer desillusie, zegt Gersons. Dit negeren betekent te veel opgaan in het nieuwe normaal en ontkennen dat we in crisistijd leven. Uiteindelijk zal de pijn dan toch komen.
1) De Volkskrant, Trauma-expert: ‘De ramp na de ramp komt nog, 8 mei 2020
Geef een reactie