Driekwart van de Nederlanders ervaart een toename van maatschappelijke polarisatie. Opvallend is daarbij dat activisme en protest vooral op het internet plaatsvinden. Bart Schermers over deze nieuwe dynamiek en hoe de politie hiermee moet omgaan.
In een verbonden samenleving is activisme zowel online als in de fysieke wereld veel makkelijker, laagdrempeliger en goedkoper te organiseren. Zo zijn de traditionele sociale bewegingen met hun duidelijke en rigide structuren minder belangrijk geworden. Modern activisme gebeurt veel meer ad hoc en kan door het internet heel snel opschalen, direct als een issue zich voordoet en veelal als reactie op incidenten. Daarbij is er minder sprake van duidelijke leiders en vormt de sociale beweging meer een horizontaal netwerk in plaats van een hiërarchie. De bewegingen worden meer fluïde, mensen, vooral jongeren, willen zich niet meer voor lange tijd committeren aan een beweging, zoals een vakbond. Activisme is meer ad hoc, niet continu actief, maar kan zeer gemakkelijk, zeer snel opleven bij een incident. Een voorbeeld is Project X in Haren, wat zonder ideologie of politiek doel (of een doel überhaupt) via Facebook duizenden mensen kon verzamelen in een klein Gronings dorpje.
Opinie- en wereldbeeldvorming in het digitale tijdperk
Online media zijn nu de belangrijkste nieuwsbron in Nederland. Daarnaast is ook de distributie van nieuws veranderd, via sociale media, apps en nieuwe websites. Een andere belangrijke verandering is de combinatie van nieuwsconsumptie en interactie: mensen kunnen direct hun reactie op berichten kwijt op verschillende sites. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling meent dat daardoor het publieke debat fragmentarischer wordt: het speelt zich op tal van podia tegelijk af en is moeilijker te volgen. Fragmentatie gaat ook samen met een andere ontwikkeling, namelijk personalisatie: het nieuwsaanbod dat mensen bereikt is al afgestemd op hun (politieke) voorkeuren. Dit is niets nieuws, maar door de fragmentatie van nieuwsbronnen en door technologische ontwikkelingen is het in een nieuw stadium terechtgekomen. Dit heeft twee redenen. Ten eerste gebruikerspersonalisatie: mensen selecteren hun eigen nieuws in een zoekmachine en kiezen nieuwsbronnen die dicht bij hun ideologische voorkeuren liggen. Ten tweede systeempersonalisatie: algoritmes bepalen wat voor nieuws er op de tijdlijn van gebruikers komt, gebaseerd op de impliciete voorkeuren van de gebruiker, dit creëert een situatie van zogenaamde filterbubbels en echokamers. Filterbubbels ontstaan uit verregaande personalisatie van de nieuwsstromen, zodat de lezer alleen maar eenzijdig nieuws voorgeschoteld krijgen en zo blikvernauwing ondergaat. Een echokamer is een verlengde van een filterbubbel met de toevoeging van andere personen die elkaars meningen en standpunten bevestigen.
Mensen die hun standpunt constant bevestigd krijgen gaan sterker in hun mening geloven, met polarisatie en radicalisering als mogelijk gevolg. Zogenaamde virtual communities op het internet bestaan uit mensen die (veel) met elkaar communiceren en een online gemeenschap vormen in plaats van elkaar in het echt te ontmoeten. Net zoals vrienden en familie een belangrijke rol kunnen spelen in radicalisering, zo kunnen virtuele ‘vrienden’ ook deze rol spelen. Online radicalisering van moslimextremisten is al langer bekend, maar internationaal zijn er ook andere verontrustende fenomenen, bijvoorbeeld de zogenaamde incels, in totaal verantwoordelijk voor bijna vijftig doden in Noord-Amerika in de afgelopen vijf jaar. Dit gebeurt niet alleen op relatief onbekende platforms zoals Reddit of 4Chan, maar ook gewoon op Youtube, zoals een recent onderzoek van de Volkskrant en de Correspondent aantoonde. Zelfs in Nederland.
Wat is waarheid?
De fragmentatie en democratisering van het nieuwslandschap gaat samen met het fenomeen van desinformatie (nepnieuws). Desinformatie is inaccurate informatie die opzettelijk wordt gecreëerd en verspreid om een persoon, sociale groep, organisatie of land te schaden, of om er geld mee te verdienen. Het nepnieuwsprobleem valt in Nederland gelukkig relatief mee, en is niet per se polariserend van aard. Desalniettemin, betekent dit niet dat het er niet is, zo is het bekendste nepnieuwsbericht in Nederland, een bericht over het behoud van Zwarte Piet, meer dan 285.000 keer gedeeld, wat door miljoenen mensen kan worden gelezen.
Het fenomeen nepnieuws kan schadelijk zijn voor het vertrouwen in het nieuws of zelfs het vertrouwen in het bestaan van een objectieve waarheid. Buitenlandse commentatoren spreken van een post truth society, alhoewel in Nederland dit wederom meevalt, en het vertrouwen in de conventionele media relatief zeer hoog is. Niet alleen het vertrouwen in het nieuws is overigens gedaald. Mensen vertrouwen elkaar, de wetenschap, instituties, media en politici steeds minder. In deze trend voltrekt zich een duidelijke scheidslijn naar opleidingsniveau; de kloof tussen hoogopgeleiden (veel vertrouwen) en laagopgeleiden (weinig vertrouwen) is nog nooit zo groot geweest.
De internationale dimensie
Buitenlandse inmenging komt voor in de vorm van verspreiding van nepnieuws en polariserende desinformatie, maar ook in de vorm van financiering. Voorbeelden hiervan zijn de buitenlandse financiering van moskeeën; de financiering van de PVV door het David Horowitz Freedom Center; de financiering van de Open Society Foundations van miljardair George Soros voor verschillende initiatieven op gebied van o.a. zwarte piet, etnisch profileren, en LHBT-emancipatie. Het gevaar ligt hier in het feit dat buitenlandse mogendheden baat hebben bij een gepolariseerd Nederland maar ook dat Nederlanders die hiervan op de hoogte zijn, hun politieke tegenstanders niet meer serieus nemen. Deze polariserende krachten uit het buitenland kunnen die in het binnenland versterken. Daarnaast zijn verschillende migrantengroepen en nieuwe Nederlanders eveneens doelwit van buitenlandse inmenging.
Vraagstukken voor de politie
De bovengenoemde ontwikkelingen zullen op verschillende manieren hun weerslag hebben op de maatschappij en zullen de rol van, en de verwachtingen over de politie, veranderen. Tijdens ons onderzoek reflecteerden wij met verschillende mensen uit de politieorganisatie op de ontwikkelingen, en hun betekenis voor de politie. Hieronder noemen we enkele vraagstukken voor de politie, zonder te pretenderen volledig te zijn:
Een eigen moreel en professioneel kompas
In een meer gepolariseerde en gefragmenteerde samenleving wordt de kans groter dat bestuurlijke opdrachten wrijving veroorzaken met wat de politieorganisatie zelf ziet als haar maatschappelijke positie en rol, takenpakket en wijze van taakuitvoering. Onder meer de neutraliteit van de politie kan in het geding zijn – hoe blijf je uniform (‘oude waarde’) in een pluriforme samenleving (‘nieuwe waarde’) met in de toekomst mogelijk extreme kabinetten?
Maatschappelijke zichtbaarheid
De politie pikt in haar taakuitvoering snel signalen op over tegenstellingen, potentiële scheurlijnen en dreigende escalatie. Het lijkt een goede zaak dat de politie deze signalen in de publieke en politieke agendavorming inbrengt. Dit brengt het gevaar met zich mee dat deze signalen worden uitvergroot en misbruikt voor politiek gewin. Het bijbehorende vraagstuk is in hoeverre en hoe de politie zich vanuit haar professionele taakopvatting kan, mag of moet mengen in het discours omtrent polarisering, radicalisering en de gevolgen voor de openbare orde en veiligheid. De politie is nog steeds een van de meest vertrouwde instituties in Nederland, dit is een grote kracht en de uitdaging is om deze kracht vast te houden en goed in te zetten.
Het digitale domein kennen en begrijpen
Het is duidelijk dat veel informatie over subgroepen, zich in de digitale wereld ophoudt. Tegelijk wordt de virtuele wereld steeds tastbaarder naarmate een belangrijk deel van het leven van veel mensen zich online afspeelt –escalatie is niet alleen maar fysiek van aard maar krijgt ook steeds meer virtueel gestalte. Mede omdat de ontwikkelingen snel gaan én de regels voor openbare orde en veiligheid op het internet en de sociale media nog onvoldoende zijn uitgekristalliseerd, is de kennis en aanwezigheid van de politie in het digitale domein nog te beperkt. Hierbij is de vraag hoe sterk in te zetten op een digitale politie, en de balans te vinden tussen volgen en ingrijpen.
Diversiteit als antwoord op complexiteit
In een meer gefragmenteerde samenleving is het moeilijker voor de politie om diep in de haarvaten van de samenleving aanwezig te zijn en blijven. Het lijkt erop dat de politieorganisatie diverser moet worden in zijn perspectieven op een samenleving die ook diverser is geworden. Het vraagstuk is hoe binnen – of eventueel aan de randen van – de organisatie meer kennis en begrip van en voeling met een groter aantal meer geprononceerde subgroepen te organiseren.
Tegelijkertijd moet de politie zowel naar buiten als intern als eenheid blijven opereren vanwege haar neutraliteit, de maatschappelijke behoefte aan voorspelbaarheid, haar korpsmoraal en het noodzakelijke vertrouwen in elkaar. Hoe kan een verdergaande diversiteit van de politie op microniveau, zowel in de interactie met de maatschappij als in de interactie binnen de politie zelf, verenigbaar blijven met een duidelijke uniformiteit op organisatieniveau?
Snel kunnen mobiliseren van gebundelde kennis
Dit werd geparafraseerd als ‘Hoe breng je de wereld het bureau binnen?’ Toepassing van die kennis is veelal lokaal, maar zonder dat op voorhand die lokaliteit geografisch afgebakend is. In deze tijd van grote virtuele en fysieke mobiliteit, kunnen manifestaties van subgroepen overal plaatsvinden. De politie heeft echter maar een beperkt zicht op allerlei subgroepen, de identiteitsvraagstukken die binnen die groepen spelen en de radicalisering die mogelijk binnen ‘bubbels’ plaatsvindt. Kennis die nooit in alle basisteams aanwezig kan zijn. Het is dus zaak om kennis en begrip over een heel brede range van maatschappelijke subgroepen en –culturen op te bouwen en te verankeren enerzijds; en op afroep snel en effectief beschikbaar te maken op lokaal niveau anderzijds.
Flexibel en snel kunnen opschalen
De snelheid waarmee kleine, lokale incidenten kunnen exploderen moet gespiegeld kunnen worden door de politie om balans te bieden op straat en in cyberspace. Dit vereist robuuste anticipatie door bovengenoemde snelle mobilisatie van informatie en kennis. Permanente monitoring en situationeel begrip is nodig, maar het is zaak om beperkte middelen juist in te zetten en geen overreactie te begaan. Dit is niets nieuws, alhoewel de veranderde situatie in de maatschappij om een snellere en meer informatiegestuurde besluitcyclus vraagt.
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op een recent rapport van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies ‘Op de naden ontstaan scheuren: over polarisatie in de samenleving en wat dit kan betekenen voor de politie’. Voor een completer beeld van de studie: info@hcss.nl.
Geef een reactie