Fraude en witwassen aanpakken in tijden van krapte
Peter Klerks
Er zijn momenteel te weinig dienders om essentiële politietaken goed te kunnen uitvoeren. Hoe dat komt weten we; gebrekkige strategische personeelsplanning in combinatie met verkeerde bezuinigingen en mankerend leiderschap. Het helpt niet dat maatschappelijke onrust dezer dagen de inzet van veel collega’s in de relbestrijding nodig maakt. Ook van de krappe arbeidsmarkt is maar mondjesmaat versterking te verwachten. Kunnen we met minder beambten toch meer bereiken?
Fraude (en dan vooral digitaal gepleegd) is een sterk groeiend probleem dat veel slachtoffers maakt, maar de capaciteit en politieke wil om het stevig aan te pakken lijken te ontbreken. Hoe doen ze dat in het buitenland? In Groot-Brittannië bijvoorbeeld bestaat al dertig jaar een succesvol publiek-privaat samenwerkingsverband om fraude en financiële criminaliteit tegen te gaan. CIFAS (cifas.org.uk) werd in 1988 opgericht als non-profit particulier samenwerkingsverband, nadat de politie er bij het bedrijfsleven op had aangedrongen ook zelf verantwoordelijkheid te nemen voor fraudebestrijding. CIFAS beheert de nationale fraude-database en claimt door het beschikbaar stellen van expertise en hoogwaardige informatie jaarlijks meer dan een miljard pond sterling aan fraudeverlies te voorkomen.
CIFAS beheert informatie over individuen die zich schuldig hebben gemaakt aan frauduleuze handelingen of oneerlijk gedrag bij sollicitaties of op de werkvloer. Daarnaast wordt informatie opgeslagen over voorvallen en pogingen met betrekking tot fraude tegen organisaties en over (potentiële) slachtoffers van identiteitsfraude. Die gegevens komen van zowel private als publieke instanties en opsporingsautoriteiten. De CIFAS intelligence-afdeling werkt nauw samen met het Britse National Fraud Intelligence Bureau. Hierdoor hebben de autoriteiten goed zicht op daders en groepen, modus operandi, kwetsbaarheden en aard en omvang van economische criminaliteit en identiteitsfraude. CIFAS kon opereren onder het EU-regime voor databescherming, dus waarschijnlijk zou deze aanpak ook in Nederland haalbaar zijn.
Onder druk van spraakmakende strafzaken rond witwassen door Nederlandse grootbanken hebben financiële instellingen hun onderzoekscapaciteit fors uitgebreid om signalen van witwassen en andere misstanden tijdig te onderkennen. Bij de Rabobank bijvoorbeeld werken 4.500 mensen aan transactiecontroles en compliance, waaronder veel jonge criminologen. Die goed opgeleide onderzoekers halen dit jaar meer dan een miljoen ongebruikelijke transacties uit hun bedrijfssystemen. Die meldingen worden conform de wettelijke verplichting aan de Financial Intelligence Unit geleverd. De FIU en opsporings- en vervolgingsinstanties hebben echter slechts capaciteit om een fractie daarvan te veredelen en eventueel te vervolgen. Daarbij wordt verhoudingsgewijs weinig crimineel geld teruggehaald. Het meeste uitzoekwerk in de private sector ter bestrijding van witwassen krijgt dus geen strafrechtelijk vervolg en blijft in feite onbenut. Dat is ronduit ontmoedigend.
Er is dus meer rendement uit de verantwoorde inzet van private onderzoekscapaciteit te halen dan momenteel gebeurt. Zorgvuldigheid in de strategie, uitvoering en beeldvorming is daarbij natuurlijk van belang om ongelukken te voorkomen en het vertrouwen in de overheid te helpen behouden. De schijn dat frauderende notariskantoren of financiële instellingen hun eigen misstanden mogen onderzoeken en daarbij de reguliere opsporing in de wielen rijden, moet beslist worden vermeden. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt in de eerste plaats bij het openbaar ministerie als hoeder van de integere rechtsstaat. Van datzelfde OM mag visie, initiatief en durf worden verwacht als het gaat om de bestrijding van ondermijnende fraude en grootschalig witwassen. Steviger samenwerking met integere private partijen biedt daarbij volop kansen die tot dusver blijven liggen.
Geef een reactie