Het kabinet stelt een ondermijningsfonds in waarin 100 miljoen wordt gestort. Minister Grapperhaus heeft het in een toespraak op 21 juni over “… de negatieve laffe onzichtbaarheid van criminelen, die burgers en bestuurders op achterbakse manier ondergronds intimideren, bedreigen en in hun criminele straatje proberen te trekken.”
Even verder stelt de minister in dezelfde toespraak: “Geld is voor ons een middel om ons doel te bereiken. Voor criminelen is geld het doel dat alle middelen heiligt. Dat is de rode lijn die ons van hen scheidt. Het punt bij ondermijning is dat die scheidslijn niet meer duidelijk is. Bij de sportschool die wordt gebruikt voor witwassen, bij de verhuurder die een wietplantage voor lief neemt, bij de ambtenaar die een voordeeltje krijgt, bij de lokale sportclub die een niet zo frisse sponsor heeft of bij de bankmedewerker die even een andere kant opkijkt. Het zijn allemaal voorbeelden van een vervagende scheidslijn tussen de boven- en de onderwereld. En het is aan ons om weer helder te krijgen wie aan welke kant van de rode lijn staat.”
Integer ‘ons’?
Voor de verontwaardigde minister bestaat ‘ondermijning’ kennelijk uit een onderwereld van (veelal druggerelateerde) misdaad die de vuige klauwen uitsteekt richting een op zichzelf zuivere bovenwereld waarin zich helaas ook soms naïeve, soms laffe, soms te makkelijk te beïnvloeden of om te kopen mensen bewegen. Het “ons” van de minister impliceert daartegenover een lelieblanke en bovenal integere bovenlaag in overheid en bedrijfsleven die aan de goede kant van ‘de rode lijn’ staat en zich inzet om “Nederland tot een lastig land te maken voor criminelen”.
Heeft u een momentje?
– De auto-industrie belazert wereldwijd de milieukluit met emissie-hocus pocus.
– Volgens accountants is 1+1 gewoon 3 als de opdrachtgever dat wil.
– Op vrijwel alle markten worden illegale prijsafspraken gemaakt door ondernemingen.
– Voedsel- en patiëntveiligheid staan onder druk doordat onder toezicht gestelde bedrijven en organisaties de onafhankelijkheid van inspecties aantasten.
– Veiligheid in Groningen is decennialang willens en wetens ondergeschikt gemaakt aan economische belangen.
– De directeur van het WODC ‘contextualiseert’ uitkomsten van een drugsonderzoek aan de vooravond van een politieke discussie over experimenten met het vrijgeven van softdrugs.
– Het openbaar ministerie luistert – tegen de regels in – journalisten af.
Natuurlijk worden er niet misselijke boetes uitgedeeld aan bedrijven die een scheve schaats rijden. Ook binnen de overheid vinden er correcties plaats. Maar worden die misstanden gezien als ondermijning? Is de ‘aanpassing’ van overheidsdocumenten ‘misleiding’? ‘Valsheid in geschrifte’?
Bestaat ondermijning niet ook uit de jarenlange praktijken van die keurige financiële instellingen die in 2008 ‘too big to fail’ waren? Met als gevolg dat in de jaren daarna de bezuinigingsknoet is toegepast in (gezondheids)zorg, welzijn, cultuur, onderwijs en pensioenstelsel?
Is ondermijning niet ook wanbeleid, incompetentie, fraude, falend toezicht, ondoorzichtige maar niet criminele financiële producten et cetera, met als gevolg wat in de economische wetenschap externalisering wordt genoemd: dat de kosten ervan uitgesmeerd ten laste komen van cliënten, burgers en de maatschappij als geheel?
Stereotype beelden
Het voordeel van Holleeder, motorbendes, TBS-patiënten en moordenaars is dat dader, slachtoffer, tijdstip en locatie van de misdaden niet alleen met elkaar verbonden zijn, maar ook zichtbaar. Voor witteboordencriminaliteit geldt dat niet.
Dit inzicht is niet nieuw. Voor de bedenker van het begrip ‘white-collar crime’ (Edwin Sutherland, 1939) was niet een strafrechtelijke veroordeling het criterium voor criminaliteit, maar ‘maatschappelijke schade’: arbeidsomstandigheden, misleiding in advertenties, marktmanipulatie, financiële malversaties en oorlogsmisdaden.
Af en toe proberen wetenschappers en anderen de stereotype beelden van (georganiseerde) misdaad te kantelen. Maurice Punch schrijft behalve over organisatorisch wangedrag als fraude en corruptie ook over moord en doodslag doordat onveilige producten (auto’s, banden, medicijnen) op de markt worden gebracht ondanks dat men weet dat er dodelijke risico’s aan zijn verbonden.
Leo Huberts c.s. onderzochten in 2005 Overtredende overheden, een beperkt onderzoek stellen de auteurs zelf, maar duidelijk werd wel dat de regels ook voor publieke functionarissen rekbaar zijn. Advocaat Bénédicte Ficq klaagde onlangs zonder succes de tabaksindustrie aan voor poging tot doodslag, moord, zware mishandeling en valsheid in geschrifte. En van tijd tot tijd wordt ons (zelf)beeld kortelings wreed verstoord door onderzoeksjournalisten die wijzen op misstanden in een politieke partij, de rechtshandhaving, het toezicht of een onderneming.
Maar het idee dat het hier om iets structureels zou gaan, werpen we verre van ons. Ficq mag dan aanschuiven bij Jinek: er is geen sprake van mediageweld dat dit soort misdaad in ons collectieve bewustzijn ramt. Schade en slachtoffers zijn diffuus, onbepaald en naar de toekomst toe verbannen. Kwesties als de inkomsten die landen mislopen door internationale belastingverdragen die niet kunnen worden geïnvesteerd in de kwaliteit van onderwijs en zorg, is een te groot verhaal voor talkshows die zich uitsluitend richten op kijkcijfers.
Taboe
Van een minister van Justitie en Veiligheid mogen we wél een bredere blik verwachten. Maar die zag de rol van de overheid dit jaar nog als “… Lucky Luke die een geterroriseerde buurt binnenrijdt. Mensen moeten zien dat de overheid er keihard tegenin gaat.”
Ondermijning door de overheid en het bedrijfsleven, de inkapseling van het bestuur dóór het bedrijfsleven: het is een taboe. De minister gaat veel te simpel uit van ‘de goede kant van de rode lijn’ (“het is aan ons”): in die keurige bovenwereld treffen we te veel mensen met een hoge sociale status die binnen de uitoefening van hun functie misbruik maken van hun positie en bevoegdheden om eigenbelang en organisatiebelangen met illegale creativiteit te helpen.
Minister, pas op dat je geen ‘lonesome cowboy’ wordt, ‘a long long way from home’.
Op 26 juli jl. in een andere vorm als Politiecolumn gepubliceerd in NRC Handelsblad.
Geef een reactie