Het verhoor 2.0 voor de politie
Onlangs is het ‘Verhoor 2.0: basisboek investigative interview’ verschenen. Het nieuwe basisboek is geschreven voor studenten en docenten van de basispolitieopleiding PO21 en voor politieagenten die werkzaam zijn in (de veelvoorkomende) opsporingsonderzoeken. Daarnaast beoogt het bij te dragen aan de visie op kwaliteitsverbetering van de opsporing.
In de jaren negentig van de vorige eeuw werd in het Verenigd Koninkrijk een ommezwaai gemaakt van het traditionele politieverhoor naar het moderne investigative interviewing. Dit gebeurde nadat een aantal schokkende zaken aan het licht waren gekomen, waarbij de verdachten onder druk van het politieverhoor een valse bekentenis hadden afgelegd en dientengevolge onterecht waren veroordeeld. Kort gezegd bleek uit nader onderzoek dat politieagenten middels allerlei (subtiele) manipulatieve technieken tijdens een verhoor voornamelijk een bekentenis van een verdachte probeerden te ontfutselen. De ophef in de politiek en de samenleving hierover brachten ernstige schade toe aan het vertrouwen in de Engelse politie en justitie (Griffiths & Milne, 2018; Gudjonsson, 2003). Experts vanuit de politie en wetenschappers zijn toen gezamenlijk gestart met het ontwikkelen van een op wetenschap gebaseerde, effectieve en efficiënte methode als alternatief voor het tot dan toe gehanteerde traditionele politieverhoor. Besloten werd om de Engelse term voor verhoor ‘interrogation’ niet meer te gebruiken, om te benadrukken dat een geheel andere methode noodzakelijk was. In de jaren erna heeft dit geleid tot investigative interviewing.
Investigative interviewing
Investigative interviewing is een concept waarbij politieagenten op een niet-oordelende, transparante, ethische en empathische wijze ‘interviewen’. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het PEACE-model, een acroniem dat staat voor preparation and planning (voorbereiding), engage and explain (introductie en opbouwen werkrelatie), account (vrije verkaring en vragen stellen), closure (afsluiting) en evaluation (reflectie) (Geijsen et al., 2023; Griffiths & Milne, 2018). Het opbouwen en behouden van een effectieve werkrelatie (‘rapport’) staat voortdurend centraal. Investigative interviewing zorgt ervoor dat politieagenten zoveel mogelijk een open blik behouden en alle mogelijke scenario’s op een neutrale manier voorleggen, zodat kan worden nagegaan wat is gebeurd. Hierdoor worden de mensenrechten van aangevers, getuigen en verdachten gewaarborgd en wordt de kans op een valse bekentenis geminimaliseerd. In de afgelopen jaren hebben vele onderzoeken in verschillende landen aangetoond dat investigative interviewing de meest effectieve en efficiënte methode is om zoveel mogelijk informatie uit het geheugen van aangevers, getuigen en verdachten te verkrijgen (Geijsen et al., 2023; Gudjonsson, 2003, 2021; Griffiths & Milne, 2018; Griffiths & Rachlew, 2018; Kassin, 2022; Oxburgh et al., 2023; Rachlew et al., 2022).
Het combinatiepakket interview en verhoor
In de afgelopen jaren is in verschillende landen bij politieorganisaties een combinatiepakket van interviewen en verhoren ontstaan. Een dergelijk combinatiepakket bestaat uit een basis van het traditionele politieverhoor waaraan later elementen van investigative interviewing zijn toegevoegd. Soms wordt beweerd dat bestaande verhoormethoden daardoor voldoen aan investigative interviewing, maar dit is geenszins het geval (Geijsen et al., 2023; Oxburgh et al., 2023; Rachlew, 2022). Het essentiële verschil tussen de grondbeginselen van het traditionele politieverhoor en die van investigative interviewing, is dat tijdens de ontwikkeling van het politieverhoor elementen van leugendetectie, manipulatie en het opbouwen van mentale druk zijn gebruikt, hetgeen bij investigative interviewing uit den boze is. Het toevoegen van onderdelen van investigative interviewing aan traditionele verhoormethoden biedt geen soelaas. Uit onderzoek in landen waarin een combinatiepakket wordt gehanteerd, blijkt namelijk dat politieagenten vaak (onbewust) terugvallen in traditionele verhoormethoden. Dit komt hoofdzakelijk doordat de oorspronkelijke mindset van politieagenten grotendeels onveranderd blijft; met een combinatiepakket blijft de oude verhoormodus aanwezig (Geijsen, 2018; Geijsen et al., 2023; Oxburgh et al., 2023; Griffiths & Milne, 2018).
Het Nederlandse politieverhoor
De Nederlandse politie maakt gebruik van verschillende methoden voor het verhoren van aangevers, getuigen en verdachten (Van Amelsvoort & Rispens, 2021). Om verdachten te verhoren, is ruim 25 jaar geleden de Standaard Verhoorstrategie (SVS) ontwikkeld (Beenhakkers, 1998; Van den Adel, 1997; Van Amelsvoort & Rispens, 2015) – enkele jaren geleden omgedoopt tot de Scenario Onderzoekende Methode (SOM) (Van Amelsvoort & Rispens, 2017).
Hoewel in de loop der jaren verschillende elementen uit investigative interviewing zijn toegevoegd aan Nederlandse verhoormethoden, bevatten zij sinds jaar en dag enkele uiterst contraproductieve en bedenkelijke elementen. Zo is het opbouwen van zogenaamde ‘interne’ of ‘toelaatbare’ druk een prominent onderdeel van de SVS/SOM (Geijsen, 2018; Van Amelsvoort et al., 2005, 2015; Van Amelsvoort & Rispens, 2017, 2021). Uit onderzoek blijkt dat het doelbewust opbouwen van interne of mentale druk bij een verdachte, een verhoor tegenwerkt (Alison et al., 2020; Geijsen et al., 2023; Griffiths & Milne, 2018; Gudjonsson, 2021; Kassin, 2022; Rachlew et al., 2022). Druk zorgt namelijk voor stress bij een verdachte. Stress bemoeilijkt – verhindert zelfs – het ophalen van zoveel mogelijk valide herinneringen uit het geheugen. Daarbij schaden druk opbouwen en manipuleren de werkrelatie tussen een verdachte en politieagent (Adams-Quackenbush, 2019). Druk opbouwen is dus ontoelaatbaar en mag helemaal geen onderdeel zijn van een verhoor (Geijsen et al., 2023; Oxburgh et al., 2023; Rachlew, 2022).
Ook moet tijdens de methode van SVS/SOM bewijs worden ‘omsingeld’ en ‘getrechterd’, waarmee van een schuldige verdachte de verzonnen scenario’s kunnen worden ‘ontmaskerd’ (Van Amelsvoort & Rispens, 2021, p. 405). Dit zijn in feite vormen van leugendetectie. Tijdens een verhoor moet bewijs worden ‘gefalsificeerd’, oftewel er wordt getracht om de verdachte op leugens in het verhaal te betrappen (Geijsen et al., 2023; Griffiths & Milne, 2018; Gudjonsson, 2003; Oxburgh et al., 2023; Rachlew, 2022).
Alles overziend kan worden geconcludeerd dat ook in Nederland sinds decennia een combinatiepakket van verhoren en interviewen bestaat. Aan de ene kant wordt van een verhoorder een neutrale houding verwacht om tijdens een verhoor informatie te vergaren. Tegelijkertijd wordt in theorie en in de praktijk teruggegrepen op leugendetectie- en manipulatietechnieken – onder andere door de nadruk op druk opbouwen, vormen van leugendetectie en het uitsluiten van alternatieve hypothesen (Van Amelsvoort & Rispens, 2021) – in plaats van het zonder vooroordeel en enige vooringenomenheid, op een transparante, empathische en ethische wijze, voorleggen van bewijs (Geijsen, 2018; Geijsen et al., 2023; Griffiths & Milne, 2018; Oxburgh et al., 2021; Rachlew et al., 2022).
Het Nederlandse verhoor 2.0
Uit gesprekken in de afgelopen jaren bleek dat bij verschillende docenten van het basispolitieonderwijs (PO21) van de politieacademie al langere tijd behoefte was aan een praktisch leerboek over de basis van investigative interviewing; over gesprekstechnieken, de werking van het geheugen, kennis over kwetsbare verdachten en de benodigde basishouding van een politie-interviewer (verhoorder). Dit heeft de aanleiding gegeven voor het nieuwe basisboek investigative interviewing – het verhoor 2.0. Hierin zijn de principes van investigative interviewing voor de Nederlandse politie vertaald naar één praktische methode, met een solide, theoretische (wetenschappelijke) basis.
Zoals hierboven beschreven is het doel van het verhoor 2.0 (investigative interviewing) om op een niet-oordelende en empathische wijze, zonder enige vorm van manipulatie, en met respect voor de persoon en diens rechten, zoveel mogelijk informatie van aangevers, getuigen en verdachten te verkrijgen (Geijsen et al., 2023). Uit onderzoek is namelijk gebleken dat zodra een politie-interviewer (verhoorder) ook maar enige vorm van vooringenomenheid laat blijken in gedrag, mimiek, lichaamshouding of met woorden, er minder of zelfs helemaal geen informatie meer wordt verkregen (Adams-Quackenbush, 2019). Informatie (bewijs) wordt daarom op een neutrale manier voorgelegd door het niet te falsificeren, maar te verifiëren. Dit lijkt een kleine nuance, maar het is zeer belangrijk om politieagenten te allen tijde een neutrale en open mind-set te laten behouden (Geijsen et al., 2023; Griffiths & Rachlew, 2018).
Tijdens het verhoor 2.0 wordt voor zowel aangevers, getuigen als verdachten gebruik gemaakt van één model, namelijk het VOVAR-model – het Nederlandse equivalent van het Engelse PEACE-model. Altijd wordt gestart met een degelijke voorbereiding. Dan volgt een introductie met een uitleg over wat staat te gebeuren, waarbij direct wordt geprobeerd een goede werkrelatie met de aangever, getuige of verdachte op te bouwen. Vervolgens wordt de geïnterviewde persoon de gelegenheid gegeven een vrije verklaring te geven, waarbij de politie-interviewer (verhoorder) de geïnterviewde als het ware coacht om zoveel mogelijk informatie uit het geheugen op te graven. Daarna kan worden doorgevraagd aan de hand van open vragen. Suggestieve vragen, mogelijke scenario’s opwerpen en sturende vragen moeten worden vermeden. Hierna volgt een afsluiting en een reflectie over hoe het verhoor 2.0 is gegaan (Geijsen et al., 2023).
Het verhoor 2.0 heeft allerlei voordelen ten opzichte van het bestaande Nederlandse combinatiepakket van verhoren en interviewen (Geijsen et al., 2023; Oxburgh et al., 2023; Rachlew et al., 2022). Ten eerste is het verhoor 2.0 één methode om aangevers, getuigen en verdachten te interviewen. De idee dat een verdachte anders moet worden verhoord dan een getuige is ongewenst, alleen al omdat een verdachte je beste getuige kan zijn. Als een verdachte onschuldig is, loopt de echte dader hoogst waarschijnlijk nog vrij rond. Dan is zoveel mogelijk valide informatie van de verdachte nodig om de daadwerkelijke dader te kunnen achterhalen en om ervoor te zorgen dat er geen onschuldige verdachten onterecht worden veroordeeld. Als een verdachte wel de daadwerkelijke dader is, dan is zoveel mogelijk valide informatie nodig zodat een officier van justitie, advocaat en rechter de juiste beslissingen kunnen nemen tijdens het opsporingsonderzoek en de terechtzitting (Geijsen et al., 2023).
Ten tweede levert het verhoor 2.0 meer valide informatie op van aangevers, getuigen en verdachten dan met een ‘combinatiepakket wordt verkregen. Ook voorkomt het onrechtmatige, ineffectieve, contraproductieve en beschuldigende verhoortechnieken. Daarmee worden niet alleen de rechten en integriteit van verdachten beschermt, en beperkt het de kwetsbaarheid van getuigen en verdachten, ook minimaliseert het verhoor 2.0 het risico op valse bekentenissen en valse verklaringen (Geijsen et al., 2023).
Ten derde zorgt het verhoor 2.0 voor meer efficiëntie, kwaliteit en capaciteit, en versterkt het de professionaliteit en effectiviteit van politieagenten – waarmee bovendien het vertrouwen in de politie, het openbaar ministerie en de rechtspraak wordt vergroot (Geijsen et al., 2023).
Tot slot
Mede gelet op de aanstaande, grondige herziening van het Wetboek van Strafvordering die het politiewerk ingrijpend zal veranderen, wordt ingezet op verdere professionalisering van de opsporing. De politie, politieacademie en andere relevante stakeholders gaan daarbij in de aankomende tijd in verschillende samenwerkingsvormen ook het verhoorproces verder professionaliseren. Het nieuwe Verhoor 2.0: Basisboek investigative interviewing beoogt – naast een concrete bijdrage te leveren aan het basispolitieonderwijs (PO21) – bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van de visie op het Nederlandse politieverhoor en kwaliteitsverbetering van de opsporing. Uit het vorenstaande zal duidelijk zijn geworden dat traditionele verhoormethoden niet passen bij een professionele en toekomstbestendige politieorganisatie. Wat wel past zijn op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde, neutrale interviewtechnieken die geen enkele vorm van leugendetectie, drukopbouw, manipulatie en bekentenisgericht denken bevatten. Dat is veel effectiever én efficiënter (Griffiths & Milne, 2018; Gudjonsson, 2021; Kassin, 2022; Oxburgh et al., 2023; Rachlew, 2017; Rachlew et al., 2022). Daarom heeft de doorontwikkeling van het traditionele politieverhoor naar investigative interviewing, het verhoor 2.0, de toekomst. Echter, het belangrijkste argument voor het verhoor 2.0 is dat de politie de grootste organisatie in Nederland is voor het beschermen van mensenrechten – die van aangevers, getuigen én verdachten. Dát is de essentie van het politiewerk en het politieverhoor.
Het Verhoor 2.0: Basisboek investigative interviewing is op 15 november 2023 officieel overhandigd aan Fred Westerbeke (portefeuillehouder opsporing politie) en Leonard Kok (directeur politieacademie).
Verhoor 2.0: basisboek investigative interviewing
Uitgeverij: Gompel&Svacina
Auteurs: dr. Koen Geijsen (Politieacademie), prof. dr. Lore Mergaerts (KU Leuven), prof. dr. Henry Otgaar (Universiteit Maastricht & KU Leuven) & prof. dr. Corine de Ruiter (Universiteit Maastricht).
n.b. Het boek is geen officiële uitgave van de politieacademie.
Over de auteur van dit artikel
Koen Geijsen (wetenschappelijk onderzoeker en politieagent) is verbonden
aan het Kenniscentrum Opsporing en Criminaliteitsbeheersing van de Politieacademie
Een afdrukbare pdf van dit artikel is te HIER te downloaden.
Gebruikte literatuur
Adams-Quackenbush, N. M. (2019). The influence of guilt presumptive language on investigative interviewing outcomes (Proefschrift). Maastricht university.
Beenhakkers, E.M.Th. (1998). Bijzondere verhoormethoden: Een literatuurverkenning. Wetenschappelijk Onderzoek-en Documentatiecentrum.
Geijsen, K. (2018). Persons at risk during interrogations in police custody. Different perspectives on vulnerable suspects (Proefschrift). Maastricht University.
Geijsen, K., Mergaerts, L., Otgaar, H., & De Ruiter, C. (2023). Verhoor 2.0: Basisboek investigative interviewing. Antwerpen/’s Hertogenbosch Gompel&Svacina.
Griffiths, A., & Milne, R. (2018). The psychology of criminal investigation: From theory to practice. Routledge.
Griffiths, A. & Rachlew, A. (2018). From interrogation to investigative interviewing: The application of psychology. In A. Griffiths & R. Milne (red.), The psychology of criminal investigation: From theory to practice (pp. 154-178). Routledge.
Gudjonsson, G. H. (2003). The psychology of interrogations and confessions. A handbook. John Wiley & Sons.
Gudjonsson, G. (2021). The science-based pathways to understanding false confessions and wrongful convictions. Frontiers in Psychology, 12, 1-15.
Inbau, F. E., Reid, J. E., Buckley, J. P., & Jayne, B. C. (2013). Essentials of the Reid technique: Criminal interrogation and confessions (5e editie). Jones & Bartlett Learning.
Kassin, S. M. (2017). False confessions. WIRE’s Cognitive Science, 1439, 1-11. Published online 9 May 2017. DOI: 10.1002/wcs.1439.
Kassin, S. (2022). Duped: Why innocent people confess, and why we believe their confessions. Prometheus Books.
Meissner, C. A., Redlich, A. D., Michael, S., Evans, J. R., Camilletti, C. R., Bhatt, S., & Brandon, S. (2014). Accusatorial and information-gathering interrogation methods and their effects on true and false confessions: A meta-analytic review. Journal of Experimental Criminology, 10(4), 459-486.
Oxburgh et al., G. E., Myklebust, T., Fallon, M., & Hartwig, M. (red). Interviewing and interrogation: A review of research and practice since World War II. Torkel Opsahl Academic EPublisher.
Rachlew, A. (2017, 14 maart). From interrogating to interviewing suspects of terror: Towards a new mindset. Penal Reform International. https://www.penalreform.org/blog/interrogating-interviewing-suspects-terror-towards-new-mindset/
Rachlew, A., Løken, G. E., & Bergestuen, S. T. (2022). A guide to the professional interview: A research-based interview methodology for people who ask questions. Anthem Press.
Stanier, I. P., & Nunan, J. (2018). Reframing intelligence interviews: The applicability of psychological research to HUMINT elicitation. In A. Griffiths, & R. Milne (red.), Psychology of investigation: Theory into practice (pp. 226–248). Routledge.
Van Amelsvoort, A., Rispens, I., & Grolman, H. (2005). Handleiding verhoor (1e editie). Elsevier Overheid.
Van Amelsvoort, A., Rispens, I., & Grolman, H. (2015). Handleiding verhoor (6e editie). Reed Business.
Van Amelsvoort, A., & Rispens, I. (2017). Handleiding verhoor (7e editie). Sdu Uitgevers.
Van Amelsvoort, A., & Rispens, I. (2021). Handleiding verhoor (8e editie). Sdu Uitgevers.
Van den Adel, H. M. (1997). Handleiding Verdachtenverhoor. Vuga.
Vrij, A., (1998). Interviewing suspects. In A. Memon, A. Vrij, & R. Bull (red.), Psychology and law: truthfulness, accuracy and credibility (pp. 124-144). McGraw-Hill,
Geef een reactie