In dit Tijdschrift komt de minister van staat, Herman Tjeenk Willink, aan het woord. Hij maakt zich zorgen over de democratische rechtsorde. De rechtsorde wordt verwaarloosd, terwijl de rechtstaat nog de enige ordenende en verbindende factor in de samenleving is. Religies en ideologieën hebben die werking verloren. Tjeenk Willink betoogt dat de overheid zelf aan het verval bijdraagt. Dit brengt risico’s met zich mee. Iemand zei eens: het recht moet gevoeld worden in de straten. Dat geeft rust en orde.
De tijdgeest draagt eraan bij. De filosoof Ad Verbruggen beschouwde jaren geleden in Een tijd van onbehagen het verval van tal van samenbindende elementen. Opvallend was zijn opmerking over de sterkere positie van het slachtoff er in het strafrecht. Dat heeft natuurlijk iets charmants, maar er is een keerzijde. Een strafzaak neigt ernaar meer een zaak tussen individuen te worden. Zo is het niet bedoeld. In Amerika zeggen ze: the people vs. de verdachte. Een misdrijf is niet in de eerste plaats een miskenning van een slachtoff er, maar vooral van de gemeenschap waar de dader zelf deel van uitmaakt en die ook hem de mogelijkheid geeft een vrij mens te zijn. Door zijn daad plaats hij zich daarbuiten. Slechts door straf vanuit de samenleving en de acceptatie ervan is heropnemen mogelijk.
De minder functionerende rechtsorde is, zo kunt u ook lezen, een voedingsbodem voor toenemende spanning en polarisatie. Wat vraagt dat van de politie? Wat doe je als politiemens tussen kinderen die Sinterklaas binnen halen, demonstranten van Kick Out Zwarte Piet en tegendemonstranten, al dan niet gerekruteerd onder voetbalhooligans? In politiewerk gaat het zo vaak om mensen die tegen elkaar opstaan. In het horecagebied, tussen buren, in de huiskamer.
Onlangs sprak ik met twee politiemensen van het vredesdetachement in Amsterdam. Zij worden ingezet bij tal van demo’s over allerlei onderwerpen. Wat mij enorm aansprak in hun verhaal is dat ze radicaal staan voor het recht. Ze helpen mensen om hun recht voor demonstratie te doen gelden, ze helpen de demonstranten om optimaal ruimte te creëren om hun boodschap te brengen. Ongeacht wat die boodschap is. Maar wel tot het moment dat de uitoefening van dat recht de rechten van anderen schaadt. Dan houdt hun hulp op en komt de ME. Voor hen biedt het recht houvast voor het goed politieoptreden, ongeacht wie het aangaat. Daarmee staan zij voor de rechtsorde, wat volgens Tjeenk Willink een inclusief concept is: iedereen telt in gelijke mate mee.
Het is daarom dat Tjeenk Willink zegt de politie in zichzelf een belangrijk onderdeel is van het gemeenschappelijke fundament onder de samenleving. Elke diender voelt wat dat betekent, maar het is mooi om die erkenning uit de mond van een minister van staat te horen.
Geef een reactie