Pieter van Huis is een Nederlands lid van Bellingcat, internationaal platform voor burger-onderzoeksjournalistiek. Hij spreekt op het congres van TvdP 10 november a.s.
In maart 2012 begon Eliot Higgins, een werkloze Britse boekhouder, te bloggen over de Syrische oorlog onder het pseudoniem Brown Moses. Door op systematische wijze vrij toegankelijke informatie op sociale media te analyseren en te verifiëren, kon hij laten zien dat het Syrische leger clusterbommen gebruikte. De opvolger van dit blog werd het online platform voor burger-onderzoeksjournalistiek Bellingcat, dat na een crowdfundingactie startte in de zomer van 2014.
Met Bellingcat wilde Higgins deze vorm van onderzoeksjournalistiek een stap verder brengen en professionaliseren. “Het is ongelofelijk hoe weinig mensen weten hoe je opensource- onderzoek uitvoert”, zei hij eerder in een interview met Journalism.co.uk. En dat terwijl online content steeds vaker strategisch wordt gebruikt, meent Higgins. Bellingcat ging direct online en werd onder meer ingezet bij – en in Nederland ook veel bekender met – de analyse van het neerhalen van vlucht MH17.
Een van de Nederlandse leden van Bellingcat is Pieter van Huis, vorig jaar cum laude afgestudeerd als historicus aan de Universiteit Leiden en spreker op het congres van TvdP over Participerende Politie.
Hoe kwam je met Bellingcat in aanraking?
“Ik was als student al langer geïnteresseerd in de voormalige Sovjet-Unie en de islamitische wereld, en ik kende Eliot Higgins al eerder van naam, omdat we beiden actief waren op een forum waarop veel mensen de conflicten in het Midden-Oosten en later ook Oost-Europa aandachtig volgden. Zo werd ik er getuige van hoe hij, puur als hobby, begon met een blog waarop hij de wapenhandel richting Syrië in kaart bracht aan de hand van verzamelde YouTube-video’s.” “Nadat ik Eliot met een eigen onderzoek [zie onder – red.] had benaderd, dat ook werd geplaatst, nodigde hij me uit om lid te worden van het Bellingcat MH17-onderzoeksteam. Dat bestond toen nog uit slechts zeven man, maar het groeide door en hield zich uiteindelijk ook steeds meer bezig met andere onderwerpen.”
Wat was en is je motivatie om er zoveel tijd in te stoppen?
“Voornamelijk mijn interesse in oorlog en conflicten, maar ook het gevoel iets te willen betekenen voor mensen die groot onrecht is aangedaan. Er komt een soort verantwoordelijkheidsgevoel bij kijken, want veel van de gegevens die wij verzamelen en opslaan, zouden uiteindelijk weer voorgoed zijn verdwenen.” “De meesten van ons, waaronder ikzelf, kunnen echter niet fulltime voor Bellingcat werken. Bijna niemand van ons verdient geld met bijdragen, dus alles gaat ten koste van onze eigen vrije tijd. Op een gegeven moment bereikt iedereen wel een punt waarop hij of zij tegen een grens aanloopt. Zo ben ik zelf ook lange tijd inactief of semi-actief geweest, omdat ik simpelweg geen tijd en energie over had.”
Kun je wat projecten noemen waar jij je voor hebt ingezet?
“Mijn eerste onderzoek ging over de gevechten en gewelddadigheden in de stad Marioepol op 9 mei 2014. Oekraiense soldaten werden er in de media van beschuldigd dat zij opzettelijk op burgers hadden geschoten. Deze beschuldigingen speelden een belangrijke rol in de Russische propaganda en werden soms ook overgenomen in de internationale media. Ze werden echter nooit goed geverifieerd.”
“Met een grondige analyse kon ik aantonen dat zich in Marioepol iets heel anders had afgespeeld. Uit de beschikbare beelden op sociale media bleek dat militanten verkleed als burgers een politiebureau hadden bestormd. Een aanval die opzettelijk werd gepleegd op een beladen feestdag, om zo een confrontatie met het publiek uit te lokken. Ook schoten mensen van achter de menigte met vuurwapens op de soldaten. Het belangrijkste was echter dat ik kon aantonen dat Oekraïense soldaten niet opzettelijk op burgers hadden geschoten. Wel waren ze onprofessioneel bezig geweest. Zo schoten ze herhaaldelijk voor de voeten van betogers om zo de menigte op afstand te houden. Een getrainde militair weet echter dat hij dat op straat nooit moet doen, want de kogel ketst dan vaak af, een zogeheten ricochet.”
“Verder heb ik als gezegd ook kunnen bijdragen aan het MH17-onderzoek. In eerste instantie leek het lastig om aan te haken bij een project dat andere leden al veel langer bezighield. Maar op een gegeven moment raakte een aantal van de onderzoekers duidelijk uitgeput. Mede doordat ik goed bleek te kunnen samenwerken met heel actief lid en Nederlander Daniel Romein, heb ik uiteindelijk toch belangrijke bijdragen kunnen leveren.”
Kun je wat mooie resultaten noemen van Bellingcat-projecten?
“Dan denk ik meteen aan de onderzoeken naar de gifgasaanval op de buitenwijken van Damascus. En ik heb best veel heftige beelden uit Syrië voorbij zien komen, maar de video’s van zwaargewonde kinderen door gifgasaanvallen blijven mij het meeste bijstaan. De beelden die Eliot wist te verzamelen en te lokaliseren, tonen duidelijk aan dat het Syrische leger verantwoordelijk moet zijn geweest voor deze misdaad. Een belangrijk gegeven, want zowel Syrië als Rusland wijzen tot op de dag van vandaag met de vinger naar hun politieke tegenstanders, een tactiek die wel vaker voorkomt.”
“Het onderzoek toonde ook aan dat de buitenlandse inlichtingendiensten nog weinig gebruik maakten van open source-intelligence. Als reactie op de gifgasaanval leek de VS van plan om militair in te grijpen tegen Assad. Het was dus in het eigen belang om met goed bewijs te komen. Het Witte Huis gaf vervolgens een kaart vrij met daarop de vermeende frontlinies, die de beschuldigingen slecht ondersteunde. De met gifgas gevulde raketten hadden een bereik van maximaal ongeveer drie kilometer, terwijl de kaart van de Amerikanen de illusie gaf dat het Syrische leger op grotere afstand was gestationeerd. Met het verzamelen en lokaliseren van alle relevante beelden kon Eliot echter aantonen dat het Syrische leger diezelfde dag binnen het bereik van de raketten bezig was met een legeroperatie.”
Wat voor soort mensen zijn lid van Bellingcat?
“Dat is vrij divers. Ik moet daarbij meteen onderscheid maken tussen de inzenders en de leden van het onderzoeksteam. Veel journalisten, zowel beginners als mensen met een lange staat van dienst, hebben onderzoeken aangeleverd bij Bellingcat die op de website worden geplaatst. Het voordeel voor hen is dat Bellingcat geen woordenlimiet heeft, in tegenstelling tot de meeste mediakanalen. Bovendien wordt alleen goed onderzoek geaccepteerd, waardoor de publicaties meteen al veel aandacht krijgen.”
“Dan is er nog het onderzoeksteam waar iemand alleen op uitnodiging bij kan komen. Momenteel hebben bijna twintig mensen toegang tot alle lopende onderzoeken, maar slechts de helft daarvan is actief. De leden komen uit verschillende Europese landen, de Verenigde Staten en het Midden-Oosten. De meeste leden daarvan zijn al vaders met een gemiddelde leeftijd van ergens in de dertig, maar de laatste tijd zijn er steeds meer studenten bijgekomen. Ook hebben we nu één vrouwelijk lid.”
“De meest actieve leden van het onderzoeksteam heb ik leren kennen als mensen met een grote interesse in internationale betrekkingen en mensenrechten. Een aantal heeft journalistiek of Russisch of Arabisch gestudeerd en hield zich eerder al professioneel bezig met gerelateerde onderwerpen. Anderen zijn ICT’er, maar ook bij hen is de interesse in de buitenlandse politiek leidend. In principe hoef je geen bijzondere ICT-kennis te hebben voor open sourceonderzoek, maar ik merk wel op dat alle leden bijzonder snel kunnen omgaan met computers en internet.”
Hoe blijft Bellingcat objectief en onafhankelijk?
“In principe door ook onderzoeken te doen of te accepteren die niet populair zullen zijn bij de eigen regeringen van de leden. Onze critici verspreiden nogal eens het bericht dat wij alleen de belangen behartigen van NAVO-landen. Dit is onterecht, want een aantal onderzoeken op Bellingcat kaarten ook de misstanden aan van NAVO-landen of partners daarvan. Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat Eliot om te beginnen bekendheid kreeg toen hij liet zien dat wapens die geleverd werden met hulp van de CIA in handen waren gekomen van jihadisten. Dit bracht het Witte Huis alleen maar in verlegenheid.”
“Het blijft voor ons echter het meest uitdagend om tegen staatspropaganda in te gaan en deze is nou eenmaal het sterkst in niet-democratische landen. Dit is ook wat het publiek lijkt te interesseren. Om een omgekeerd voorbeeld te geven: door een van ons was een artikel geschreven over de Amerikaanse luchtaanvallen op het ziekenhuis in Kunduz in Afghanistan. Dit onderzoek bleek minder populair te zijn, want de VS gaf vrij snel toe verantwoordelijk te zijn geweest voor de burgerslachtoffers. Als zij in de ontkenning waren geschoten, zoals Rusland structureel doet, dan was het onderzoek waarschijnlijk veel populairder geweest.”
Zou Bellingcat commerciëler kunnen gaan werken?
“Echt commercieel zal Bellingcat nooit worden, schat ik zo in. In principe geven we de onderzoeken gratis vrij. Soms houden we ongecensureerde versies achterwege die alleen worden gedeeld met politie en justitie. Maar ook dan wordt er geen geld voor gevraagd. Misschien dat in de toekomst onderzoeken voor een geldbedrag aan kranten kunnen worden verkocht, maar ook dat zie ik niet snel gebeuren.”
“Eliot is wel continu op zoek naar sponsoren om de teamleden te kunnen betalen voor hun diensten. Zelf krijgt hij een beurs van Google, die net hoog genoeg is om één ander lid een salaris te geven. Samen beheren zij de website. Ook is er in het verleden samengewerkt met de Atlantic Council, een Amerikaanse denktank, om een rapport over Russische soldaten in Oost-Oekraïne te promoten. Hier werd uiteindelijk een korte documentaire over gemaakt door Vice. Maar een salaris voor iedereen lijkt op korte termijn niet reëel. Niemand van de teamleden weet zeker of hij of zij lang door kan blijven gaan op puur vrijwillige basis.”
Hoe worden taken en werk verdeeld?
“We maken online gebruik van Slack voor de communicatie en het uitwisselen van bestanden. Elk onderzoek heeft zijn eigen kanaal en leden kiezen zelf of zij zich hiervoor aanmelden. De leden kunnen vervolgens een bijdrage aan een onderzoek doen. Er worden eigenlijk nooit verwachtingen gecreëerd, want het blijft vrijwilligerswerk, maar mensen met een specialisatie of de juiste talenkennis wordt doorgaans gevraagd om te assisteren.”
Kun je voorbeelden geven van het validatieproces van Bellingcat en eventuele methoden of tools die daarbij gebruikt worden?
“Eigenlijk maken we niet zoveel gebruik van speciale tools. Als we een interessante bron vinden (foto’s, video’s, tweets, Facebookberichten, etc.) dan valideren we deze vooral door meer bronnen te verzamelen. Eén bron is geen bron, met meerdere kunnen we nagaan of alles overeenstemt. Letten op de kleinste details, zoals schade aan gebouwen, weersomstandigheden of de stand van de zon is dan belangrijk.” “Soms schakelen we de hulp in van derde partijen. Zo hebben journalisten ons in het verleden geholpen door foto’s te nemen van bepaalde plekken om belangrijke filmopnames te verifiëren. Ook hebben we eerder met behulp van crowdfunding satellietfoto’s opgekocht. Deze tonen aan dat het Russische ministerie van Defensie opzettelijk gemanipuleerd MH-17 bewijs heeft aangeleverd. Zonder crowdfunding was dat niet gelukt, want één satellietfoto kost al snel meer dan duizend euro.”
Zou je het anderen aanraden om ook mee te doen?
“Als iemand grote interesse heeft in de buitenlandse politiek en snel is met computers. Ik denk dat het onderzoeken van sociale media in de toekomst een steeds grotere rol zal gaan spelen. Niet alleen in de journalistiek, maar ook in de politiek, het strafrecht, de terreurbestrijding en bij mensenrechtenactivisme. Je specialiseert je daarmee in iets waar nog maar weinig mensen verstand van hebben. Bovendien is het erg interessant; ik heb nog nooit zoveel geleerd over de wereld als in de afgelopen twee jaar.”
Welke risico’s zie je als mensen meedoen?
“Dat is moeilijk in te schatten. In principe is ons werk veel veiliger dan het met een camera naar de frontlinies trekken (wat enkelen van ons ook doen, zoals ons Nederlandse lid Christiaan Triebert). Wel zijn er veel mensen die niet blij zijn met ons werk. De meesten van ons werken vanuit landen die bescherming kunnen bieden, mocht het ooit uit de hand lopen. Anderen werken vanuit niet-democratische landen en moeten wel een schuilnaam gebruiken.”
Welke kansen of toekomst zou jij graag zien voor Bellingcat of soortgelijke initiatieven?
“Ik zou vooral willen zien dat er in de media meer ruimte komt voor langdurige onderzoeksjournalistiek. Nu moeten veel journalisten het doen met een mager salaris en zijn kranten en journaals almaar bezig met het samenvatten van de laatste berichtgeving. Vandaag de dag hebben velen van hen steeds meer moeite om op eigen benen te blijven staan, dus misschien biedt een investering in een andere en nieuwe manier van onderzoek voor hen nieuwe perspectieven.”
Geef een reactie