Het gebiedsgebonden politiewerk is een kernonderdeel van de Nederlandse politie over de afgelopen decennia. De eerste aanzetten daartoe stammen uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. De GGP heeft zich stap voor stap ontwikkeld tot wat het nu is. Het belichaamt het ideaal van een politie die nabij is, samenwerkt met andere partijen (waaronder burgers), zich in haar werk en prioriteiten wil richten op de problemen die zich lokaal voordoen, in verbinding staat met het lokale gezag en bestuur. Gebiedsgebonden politiewerk is de manier voor de politie om lokaal aan goede en tijdige informatie te komen. Daardoor biedt het de politie de mogelijkheid problemen in een vroegtijdig stadium te onderkennen en aan te pakken, bij voorkeur in samenwerking met andere partijen, op een wijze die past bij de lokale verhoudingen en situatie. Dat brengt onvermijdelijk variëteit in aanpak en prioriteiten met zich mee en daarmee van lokale ruimte en initiatieven.
Pragmatisch
De Nederlandse politie heeft met GGP een troef in handen. Hoewel er zeker parallellen zijn met het community policing dat in de VS is ontwikkeld en dat zich wereldwijd heeft verspreid, onderscheidt het Nederlandse gebiedsgebonden politiewerk zich door haar weinig ideologische en pragmatische karakter. Hier geen mysterieuze gedachten over een community of over democratische politie, maar een praktische poging om lokaal aansluiting te vinden, zo problemen vroeg aan te pakken en daarmee vertrouwen te winnen bij burgers, bestuur en partners. Het heet hier niet voor niks ‘gebiedsgebonden’ politie. GGP is, laten wij het niet vergeten, in de eerste plaats politie. Dat betekent dat het ook op lokaal niveau primair gaat om begrenzen, beschermen en bekrachtigen. Het gaat om het stellen en bewaken van de norm, het beschermen van burgers tegen het kwaad, en het bewaken en herstellen van orde en vrede, maar dan vooral op lokaal niveau.
Aanpassingen
Ondanks al het positieve dat erover te melden is, is het concept van GGP de afgelopen jaren niet zonder kritiek gebleven, al dan niet terecht. Het zou, net zoals het zusterconcept community policing, vaag zijn, vooral gebaseerd zijn op retoriek en irrealistische ambities. Meer zakelijk is de constatering dat de uitvoering ervan soms lastig is en dat de effectiviteit ervan zich vaak moeilijk laat aantonen – hetgeen het concept overigens deelt met veel ander politiewerk. Onder invloed van kerntakenopvattingen en de behoefte politiewerk te beperken tot de ‘harde’ aanpak van criminaliteit, staat het gebiedsgebonden politiewerk niet alleen vaak onder druk, het heeft soms intern een lage status en het moet zijn bestaansrecht voortdurend aantonen. Van groter belang is dat het gebiedsgebonden politiewerk zich telkens weer moet aanpassen aan veranderende maatschappelijke omstandigheden en opvattingen. Nieuwe ontwikkelingen in de aard van overlast en criminaliteit, veranderende vormen van communicatie en technologie, verschuivingen in mobiliteit en bevolkingssamenstelling, nieuwe politieke opvattingen en spanningen doen zich niet alleen voor op landelijk niveau en wereldwijd. Zij dragen ook bij tot veranderingen in wijk, buurt en dorp. De politie moet daar voortdurend rekening mee houden en antwoord op zien te vinden. Het gebiedsgebonden politiewerk staat daarmee telkens voor nieuwe uitdagingen.
Invalshoeken
Het is deze thematiek die in deze aflevering van het Tijdschrift voor de Politie aan de orde komt. Aanleiding voor dit themanummer is het verschijnen van de Ontwikkelagenda GGP, getiteld Podium voor goed politiewerk, waarin wordt nagegaan voor welke nieuwe opgaven het gebiedsgebonden politiewerk de komende jaren komt te staan: vier uitdagingen waar GGP een antwoord op zal moeten vinden. Die antwoorden staan niet vast, zoals in het openingsartikel over de Ontwikkelagenda ook duidelijk wordt gemaakt: ‘geen vanaf boven opgelegde blauwdruk en strakke kaders meer’, waarvan in de eerste jaren van de nationale politie te vaak sprake was, maar een incrementele, ‘bottum-up’ ontwikkeling, die het juist moet hebben van de uitwisseling van diverse inhoudelijke opinies. En daar draagt, zoals bekend, het Tijdschrift – en sinds 1 mei jl. zeker ook de Website voor de Politie – graag aan bij.
Een greep uit die prikkelende invalshoeken in dit nummer: hoe lang hebben we de mond al niet vol van ‘aanpassing aan de digitalisering van de samenleving’? Waarom lukt dat dan maar niet? En: met alle positieve connotaties rondom GGP, was die nu echt de reden van die ‘gerieflijke rust’ in al die Nederlandse wijken de afgelopen decennia? Tevens: kunnen we nu eindelijk eens een knoop doorhakken in die doormodderende discussie over de verhouding tussen boa’s en politie? Of ook: we realiseren ons onvoldoende de negatieve effecten en en risico’s die de fundamentele karakterverandering van de politieorganisatie ons heeft bezorgd. Stof tot nadenken genoeg, dunkt ons, over waar het heen moet met de basispolitiezorg en, mocht u zich geroepen voelen daarover of over enig ander politiegerelateerd onderwerp een duit in het zakje te doen, aarzel niet de redactie te berichten.
Geef een reactie