Iedere tien jaar krijgen politiemedewerkers met een gevoelige functie een veiligheidsonderzoek. Vorige maand was het mijn beurt. Op het omvangrijke vragenformulier kwamen allerhande risico’s voorbij. Daarna passeerden tijdens een vier uur durend intensief gesprek mijn liefdesrelaties, mogelijke verslavingsproblemen, sociale contacten en politieke opvattingen. Da’s best heftig.
Anders dan de vorige keer vond het gesprek op een politielocatie plaats, want het wordt niet meer nodig gevonden iemands woning in ogenschouw te nemen. Mist de onderzoeker hierdoor relevante informatie? Wie iets verbergt kan, proberen het huis op te ruimen. Maar een levensstijl is moeilijk te maskeren. Een uit de hand gelopen verslaving of salafistische overtuiging laat zich niet door poetswerk camoufleren. Dus beter toch maar op huisbezoek, zou ik denken.
Gevraagd werd of ik actief was in radicale groeperingen of daarvoor sympathie had. Mijn activistisch verleden in de jaren tachtig werd bij eerdere screenings dagenlang uitgevlooid, maar nu ging het over de actuele situatie. Politieke overtuiging is een delicaat onderwerp. Ook ambtenaren hebben als burger vrijheid van opvattingen, zolang er geen antidemocratische of onwettige acties uit voortvloeien. Ik maak me al sinds mijn schooltijd zorgen over milieuverontreiniging en klimaatverandering. Dat begon nadat in 1972 de Club van Rome het wetenschappelijk rapport ‘De grenzen aan de groei uitbracht. Lange tijd maakten alleen ‘geitenwollen sokken’ zich daar druk over, maar tegenwoordig kan niemand meer om ingrijpende maatregelen heen als we de planeet voor toekomstige generaties lee. aar willen houden. Sinds het begin van mijn loopbaan in 1989 voer ik alleen nog met mijn stembiljet en bankrekening actie voor het milieu. Angst, verdriet en vertwijfeling van de nieuwe generatie milieuactivisten zijn voor mij echter nog altijd goed invoelbaar. Vreedzame milieudemonstranten hebben mijn sympathie, maar demonstreren past niet bij mijn rol. Evenmin zal ik – als ik dat al zou kunnen – in mijn overheidsfuncties iets doen of nalaten om dergelijk activisme te ondersteunen. Ook radicaal-rechtse groeperingen als Forum voor Democratie kwamen ter sprake. Ik heb FvD-sympathisanten in mijn omgeving, en ook hun zorgen zijn invoelbaar. Ik snap dat oudere mensen vrezen voor verlies van tradities waarmee ze zijn opgevoed. Elementaire waarden als vrijheid van meningsuiting en verdraagzaamheid mogen we nooit opgeven. Maar het ‘blanke Joods-christelijke’ Nederland komt nooit meer terug, en nostalgische FvD-aanhangers lijken de drukkende machtsverhoudingen en intolerantie uit het verleden te zijn vergeten.
Met ruim 42 duizend leden is FvD Nederlands grootste politieke partij. Een groot deel van de bevolking deelt hun zorgen over hoe ons land zich ontwikkelt. Hoewel de politieke voorkeuren van Nederlandse politiemensen nooit zijn onderzocht, zijn er vast collega’s met sympathie voor radicaal-rechtse standpunten van FvD en hun voorman Thierry Baudet. Dat vormt op zichzelf geen veiligheidsrisico. Sommige van Baudets acties zijn wel zorgelijk, zoals zijn steun voor Russische desinformatiecampagnes.
Zijn uitlatingen over een ‘complot’ van de EU ‘om de nationale identiteit te verzwakken’, gecombineerd met termen als ‘boreaal’ en ‘systematische verdunning van de homogene bevolking’ staan op gespannen voet met het discriminatieverbod. In 2015 zei Baudet: ‘Ik wil dat Europa dominant blank en cultureel blijft zoals het is’. Op 17 mei 2019 retweette hij een hetzerig filmpje van de Oostenrijkse ‘Identitäre Bewegung’ (IB) dat hij van de antisemitische site Fenixx haalde. Zulke aspecten verdienen in een veiligheidsgesprek met een FvD-sympathisant wel aandacht. De professionaliteit waarmee het onderzoek werd uitgevoerd en afgehandeld was overigens opmerkelijk. Twee dagen na het gesprek was de zaak al door de AIVD beoordeeld en ontving ik de ‘Verklaring van geen bezwaar’. Werkte de overheid altijd maar zo efficiënt…
Reageren? p.p.h.m.klerks@om.nl
Geef een reactie