De toestand van de zware- en georganiseerde criminaliteit in Nederland is in de afgelopen vijftig jaar tijd uitgegroeid tot een zorgelijk niveau. De oorzaak ligt in de beschamende internationale toppositie van Nederland op de vier belangrijke drugsmarkten hennep/hasj, synthetische drugs, heroïne en cocaïne. Een wapenstilstand met de FARC en het verbod op chemische middelen ter bestrijding van de coca-plant hebben vanaf 2012 in Colombia geleid tot een verdubbeling van de productie tot 1,4 miljoen kilo zuivere cocaïne. In 2018 waren er recordvangsten in de Antwerpse en Rotterdamse haven, bij elkaar bijna 70 duizend kilo. Een dalende groothandels– prijs (van €35 duizend naar €25 duizend per kilo) wees op een overspoelde markt.
Op cocaïne zit in Europa de grootste winstmarge. Het gevolg is meer toetredende criminele groeperingen, en een toename van belangen, conflicten en geweld. Professor Pieter Tops bespreekt in zijn boek nog meer ongemakkelijke waarheden. Zo bevoorraadt (Brabants) Nederland de mondiale MDMA-markt met 18 miljoen gebruikers, met 19 miljard euro aan geschatte omzet. Ergerlijk in 2018 was de toename in eigen land van de dumpingen tot een aantal van bijna drie honderd, en de volstrekte minachting voor het milieu die dat uitstraalt. Verder signaleert Tops een mild strafklimaat; lage pakkans en lage straffen.
‘Extreem geweld, extreem veel geld en corruptie’ vatten de toestand compact samen. De onaantastbaarheid wordt belichaamd door een toenemend aantal Nederlandse beroeps– criminelen, met een geschat illegaal vermogen van tientallen tot honderden miljoenen euro’s, die semipermanent resideren in het buitenland, de verdovende middelenhandel aansturen, hun vermogen witwassen en opdrachten geven tot moorden.
Parallel ontwikkelde zich de sociale acceptatie van pillen en cocaïne. Het gebruik ervan is in uitdijende bevolkingsgroepen, waarvan een aantal behoort tot het denkende deel der natie, inmiddels verheven tot lifestyle. Het heeft geleid tot tolerantie ten opzichte van dealers en producenten en sponsoring van zware criminelen. Internationaal zijn dezelfde geluiden te horen.
België is begonnen aan een offensief tegen cocaïne, en schrikt zich een hoedje van de verwevenheid in een wijk als Borgerhout in Antwerpen, alwaar net als in een aantal Nederlandse buurten een heuse ‘illegale kanseneconomie’ voor de jeugd is ontstaan. Ook collega O’Brian van de National Crime Agency in Engeland luidde recentelijk in The Guardian de noodklok: “We can’t halt drug trade with arrests, says crime agency chief”.
In Mexico, een land van 130 miljoen inwoners, voltrekt zich een humanitaire ramp. Afgelopen jaar waren er 33.341 moorden te betreuren (ongeveer 250 keer meer dan in Nederland). Sinds 2006 vielen er meer dan 150 duizend doden door drugsgeweld, waarvan 99 procent niet leidt tot vervolging. Het aantreffen van een aantal meth-amfetamine producerende Mexicaanse criminelen op een schip in Moerdijk maakt de bevolking bang. Het lichaam is ziek, er zijn ernstige symptomen en de oorzaken zijn meervoudig.
Het is 25 jaar na Van Traa. De hoogste tijd voor een robuust wetenschappelijk onderzoek naar aard, omvang en ernst van georganiseerde criminaliteit. De uitkomsten en aanbevelingen moeten de weg wijzen om de groei van georganiseerde drugscriminaliteit te stoppen. Naast repressie is er aan de preventieve kant nog veel meer werk te verrichten. Wat in vijftig jaar is gegroeid kan in Europa niet in een paar jaar worden omgebogen. Er moeten sociaal-maatschappelijke oplossingen gevonden worden om het gebruik van drugs te ontmoedigen.
Een deel van onze jeugd moet een ander perspectief krijgen dan snel geld verdienen in de nare en meedogenloze wereld van drugs. Redenen te over om de strijd tegen het veelkoppig monster te intensiveren op de drie assen repressie, preventie en beleid. Wie een beter idee heeft om deze internationale Gordiaanse knoop te ontwarren, mag het zeggen.
Geef een reactie