Driebergen, vrijdagmiddag einde dag. Recent rondden wij ons werk aan het programma ‘Intensiveren en Herpositioneren’ van de Forensische Opsporing af. Samen met FO Nederland, de Politieacademie, het PDC en de ketenpartners hebben we vijf jaar de mouwen opgestroopt. Af is het nooit, maar FO heeft een mooie stap gemaakt en een aantal cruciale projecten lopen met goede ondersteuning en geadopteerd door de lijnorganisatie door. Wat een bijzondere ervaring was dat. Vanmiddag zaten we (William Swaters en Ruud Staijen) op het terras en mijmerden we wat. De laatste mooie zomerdagen, onder het genot van een glas wijn. Jaren met vallen en opstaan, maar bovenal met ontzettend veel werkplezier.
‘‘Twee rosé graag”
Wat blijft er hangen, wat waren de dillema’s, waar zijn we trots op en wat ging mis? De zon schijnt en het is eind augustus. “Twee rosé en een portie bitterballen graag”. In plaats van een ‘formeel eindrapport’ (een aantal projecten van het programma loopt tot het einde van het jaar en in 2024 nog door) hebben we gekozen voor een soort Linda maar dan voor de Forensische Opsporing. Een voor een ieder toegankelijk magazine over wat er in de afgelopen vijf jaar is bereikt, met veel foto’s, illustraties en via QR-codes te benaderen korte video’s die de inhoud ondersteunen. Dat in de wetenschap dat zeker niet alles erin staat, er is nog veel meer. Maar na avonden en weekenden en honderden telefoontjes, vierkante ogen hebben we een punt gezet. We hebben iets gedaan wat ongebruikelijk is binnen FO en misschien wel binnen de gehele politieorganisatie: we nemen iedereen op een laagdrempelige wijze mee waar we met zijn allen zo hard aan gewerkt hebben in de afgelopen jaren.
IJzer smeden als het heet is
Even terug in de tijd. Programma’s komen vaak omdat iets in het normale bedrijf niet lukt, te complex is, of zelfs als het goed misgegaan is. In 2018 werd voor FO de noodklok geluid. Dit op basis van een grondige analyse die samen met teamchefs, met de mensen die al jaren aan het bikkelen waren, werd opgesteld. Even echt tijd nemen voor de analyse: wat is het probleem? Waar is er wind? Wie wil er haar of zijn schouders onder zetten? En nog belangrijker: wie bukt er niet als het moeilijk wordt?
Een pas op de plaats. ‘Het water lezen voordat je de hengel ingooit’. Het creëren van ‘sense of urgency’. Het probleem op alle tafels neerleggen en duidelijk maken. Daarbij met als uitgangspunten, eerlijk zijn en niemand verrassen. Daarbij slim inspelen met hulp van de omgeving op kansen en ‘punten voor verbetering’. Wie helpt de minister en hoe maken we wind? We zijn het er over eens, we hebben veel gemak gehad van die gedegen gezamenlijke analyse. Het vormde ook de basis voor een gezamenlijk plan, waar we ons in retrospectief best aardig aan hebben kunnen vasthouden. We hebben het probleem en de mogelijke oplossingen breed uitgevent. Stakeholders binnen en buiten de organisatie betrokken. Achteraf heeft dat extra geld, steun en verrassende coalities opgeleverd. Met departementen, met de portefeuilles zeden en drugs, met commerciële partijen, met ketenpartners, met universiteiten en hoge scholen, met de Politieacademie etc.
Punt op de horizon
Het oude adagium gaat op: we werkten toe naar een punt op de horizon, naar meer sporen en sneller duiden…..Met enige relativering stellen we vast: toen we er bijna waren ging de zon weer ergens anders op. En waren er weer nieuwe uitdagingen en kansen. Toch hadden we meters gemaakt.
Niet vergeten trots te zijn op wat gelukt is. In de nadagen van het programma hebben we samen met de collega’s onze ontwikkelingen laten neerslaan in het eerder genoemde FO magazine. Het waren immers die collega’s in alle hoeken en gaten van de FO organisatie, maar vooral ook binnen de politie, de ketenpartners en de departementen die hebben geknokt om uit het dal te klimmen en vooral om te verbeteren en duurzaam de situatie te verbeteren. Je kunt er nu rustig over lezen, of indien gewenst via de qr-codes filmpjes kijken. Het programma FO wordt afgerond en overdragen aan de staande organisatie. Samen met het veld, de PDC, de markt, het departement, de ketenpartners, de teamchefs, andere programma’s en portefeuilles, de Landelijke Voorziening SO i.o. en de medezeggenschap met druk en steun vanuit de vakbonden hebben we geploeterd. Maar ook genoten van het kunnen realiseren van de ‘spontaan’ op gang gebrachte samenwerking tussen de programmadirecteuren, de keyplayers uit de programma’s en de daardoor behaalde synergie. Kijkend naar het programma dat eindigt weten we dat sommige projecten en initiatieven nog doorlopen… en dat we verder hadden willen zijn. Zeker in ketenverband. Er is helaas nog géén ketenbureau, de drugproblematiek werd zeker door onze strategische verkenning op dat dossier, de proeftuin Synthetische Drugs en het onderzoek naar Fentanyl nog duidelijker en we zouden nog meer willen…. Is dat rupsje-nooit-genoeg of zou het de harde realiteit zijn van een wereld die snel digitaliseert en verandert?
Een magazine?
Het FO magazine was bedoeld om verantwoording af te leggen over de steun, het geld, en de prioriteit die we hebben gekregen om FO weer in het zadel te hijsen. Maar vooral ook om dit magazine met de collegae te delen en trots te zijn op wat we met z’n allen voor elkaar hebben gebokst. Er is géén enkele reden meer voor ‘calimero-gevoel’. Het magazine heeft ook tot doel om de ingezette koers en het gedachte goed te borgen. En bovenal de kennis over te dragen aan de vele nieuwe collegae. Binnen FO maar ook daarbuiten. We hebben telkens geprobeerd de samenhang te laten zien. Dat is geen eenvoudige opgave in het landschap met veel specialisten. Het is ook een knipoog en voorzet naar andere programma’s of portefeuilles die hier en daar een goed idee kunnen overnemen, of veredelen. In ieder geval zijn wij ervan overtuigd dat de samenhang aangeven van wat waarom en waar gebeurt en daarover consequent communiceren ons veel en verder heeft gebracht.
Taalkundig
De bitterballen komen en het gesprek neemt een wending naar het belang van taal. We zijn het er over eens. Taal zegt meer dan woorden. Sporen heten in het politie jargon ‘stille getuigen’. Laat stille getuigen sneller spreken…….dan begrijpt iedereen gelijk wat je bedoelt. “De belangrijkste beslissingen vallen in het gouden uur”, ook dat benadrukt het belang van snelheid. Trots zijn we op de titel ‘De opsporing verdient sporen’. In een tijd dat het technisch kan en we allemaal CSI kijken verwachten collegae en publiek dat wij dat bij de Nederlandse politie ook kunnen.
Cultuur
Wat was er nodig om de beweging op gang te brengen. Op zoek naar geld en ondernemers, naar geloof en bewijs dat het beter, sneller en efficiënter kan. Hulp, soms zelfs vriendschap en gedeeld idealisme vanuit stakeholders, maar bovenal collega’s uit het veld met lef en pretogen die vanuit hun ervaringen willen vertellen waarom het beter gaat als… etc. Dat moeten ze uitdragen, niet alleen bij het koffieautomaat, maar liefst ook in woord en beeld.
Corona
We gingen lekker van start. Een heldere startfilm waarin de problemen samen met de ketenpartners glashelder werden verwoord en verbeeld. Sommigen vreesden voor hun carrière, maar de minister ging vierkant achter ons staan en na de ondertekening van het ketenconvenant maakten we mede door de organisatie van een aantal belevingstochten een meer dan vliegende start. En toen kwam corona. We besloten de epidemie aan te grijpen om onze boodschappen via digitale kick-offs, talkshows en zeker ook via Focus op FO en het FO-journaal verder te verspreiden. En we kregen nogmaals de bevestiging: ‘een beeld zegt meer dan duizend woorden’. En iedereen raakte besmet met het FO-virus.
Die ambassadeurs maken samen kritische massa. Al geeft het ook debat en soms een shock. Ja niet iedereen is het er altijd mee eens. Gedoe af en toe is er ook geweest. Vaak gaat het dan om belangen. Of om hoe het altijd was en hoe het wordt. De introductie van commerciële laboratoria in de forensische keten is niet zonder slag of stoot gegaan. En de vraag of de Nederlandse politie wel 11 laboratoria nodig heeft, genoeg kundig personeel heeft en de benodigde apparatuur en de huisvestingskosten kan betalen. Die vraag is nog niet definitief beantwoord.
Competenties
Terug naar de veranderingen en de collegae. Welke competenties van collega’s heb je nodig? Als ‘het product’ gereed is moet het ook landelijk ingevoerd worden, hoe gaan we dat doen? Te vaak blijft het steken na de eerste proeftuin of pilot. Pas als elke eenheid de vruchten kan plukken is de laatste meter gezet. Ja dat vraagt ook de komende jaren hard werken. Daar zijn we nog niet. Het staande bedrijf zal de mouwen echt nog even op moeten stropen.
Samenhang der dingen
Ook hier heb je elkaar weer keihard nodig. De agenda’s zijn overvol. Blauwe collega’s die echt kunnen implementeren zijn schaars en wie kijkt verder dan door haar of zijn eigen rietje. De samenhang van alles wat er in ons korps gebeurt overzien is een kunst op zich. Zeker: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder. Leuk gezegd… maar zelfs als we het opschrijven, voelen we de roosterdruk. Het is mensenwerken en mensen zijn vaak verschillend. De kunst is van hoog tot laag om elkaar wat te gunnen. En dan zie je patronen wanneer zaken wel lukken. Voor ons is het een bekend liedje als je succesvol wilt zijn. Het riedeltje is altijd hetzelfde: eerst standaardiseren, dan organiseren en daarna kun je digitaliseren.
Geduld hebben, bakzeil halen
Wat is er nu niet gelukt? Het valt even stil. De casus van een gemeenschappelijk portal. Wat hadden we graag een plek gehad waar FO zijn kennis deelde, een plek waar we gezamenlijk onze FO-website zouden beheren zodat we nog beter een taal zouden spreken. Dit zou capaciteit kunnen opleveren (en die was schaars) snelheid en het zou nog makkelijker worden om samen te werken. De stap was te groot, het denken was nog veel meer op de eenheid gericht. En ja in zo’n geval is het ook goed om de vraag te stellen of het echt beter is. Nabijheid blijkt belangrijk in een zoektocht naar identiteit. Opvattingen kunnen verschillen. Och dat vonden we best moeilijk. Na veel debat hebben het gelaten in de hoop dat de tijd zijn werk zou doen. Het betekende bakzeil halen, al hopen we dat met wat geduld en nog betere technologie deze vruchten ook geplukt kunnen worden. Stel je voor ‘werken als een ‘ontschotte’ FO, met een taal, gezamenlijke werkprocessen, informatie die stroomt en altijd een plek waar je betrouwbaar de laatste informatie, procedures, best practicus en nieuws kunt vinden’.
Oude leermeester
Lachend wordt een oude leermeester van stal gehaald… die ooit zei: “De effectiviteit van een oplossing wordt bepaald door de kwaliteit van de oplossing vermenigvuldigd met de acceptatie van de deelnemers. En ook dat is waarschijnlijk waar.
De ober pakt de lege schaal waarop alleen de mosterd nog over is gebleven en verruilt de lege colaglazen voor twee kopjes koffie. Wij zijn vijf jaar verder. Evenveel kilo’s erbij en wat anderen ‘werken’ noemen, heeft ons een veelvoud van echte vriendschappen vanuit het FO-veld en de omgeving opgeleverd. De vrouw van William komt aanrijden en hij stapt in. De balans tussen werk en privé is weer verder vervaagd, maar we hebben wel ontzettend veel plezier gehad. Ik stap op de fiets en rij door de Driebergse bossen naar huis. ‘Door de bomen het bos zien’ was een van de boeken die we uitgaven tijdens het programma. Dat boek pak ik straks maar uit de kast, want de majeure uitdaging van het programma Datagedreven Werken gaat van start.
Ruud Staijen is landelijk programmadirecteur Datagedreven Werken bij de Politie.
William Swaters is omgevingsmanager en verantwoordelijk voor de organisatie van de communicatie bij Politie Nederland.
Geef een reactie