Het vreemdste wat ik tot nu toe een verdachte tegen een strafrechter heb horen zeggen was: “Maar ik wil niet van het gebouw afgegooid worden.” Dit betrof een psychiatrische patiënte van wie ik me de hele zitting afvroeg hoe zij in de rechtszaal was verdwaald. Ze moest op de allereenvoudigste manier worden toegesproken: ‘weet u nog dat u hier eerder was’, ‘als u achter u kijkt ziet u de man zitten die u hebt gestoken’.
Ze onderbrak het proces herhaaldelijk met de vraag of ze weer terug naar het Huis van Bewaring mocht, waar ze op een psychiatrische afdeling verbleef. Of ze begreep waar ze was, wat er om haar heen gebeurde, wat die mensen in toga deden – ik vraag het me nog steeds af. Dat we hier zwaar gestoorde mensen berechten en vervolgens ook straf opleggen, het was een verrassing voor me. Deze vrouw kreeg 18 maanden cel waarvan 3 voorwaardelijk omdat ze in een psychose iemand met een mes had geprikt. Van alle straffen die ik ooit opgelegd zag, leek me dit met afstand de minst zinvolle.
Dankzij het proefschrift De kwetsbare psychisch gestoorde verdachte in het strafproces, waarop Eline Gremmen half maart is gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit, weet ik nu hoe het zit. De wet biedt het Openbaar Ministerie de mogelijkheid om evident gestoorde verdachten buiten de strafrechter om meteen te laten opnemen, gedwongen. Voor de liefhebbers: via de wet Bijzondere opneming psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). Maar dat gebeurt dus nooit. Die keuze is een fictie. Het OM kiest in de praktijk altijd voor de strafzitting. Althans in de 257 zaken die Gremmen onderzocht.
Dat kan ik me bij een verdachte als de schizofrene Bart van U. die zijn zus en oud-minister Borst vermoordde, wel voorstellen. Maar gold dat ook de Waxinelichtgooier, de Damschreeuwer en de Journaal-overvaller – om de meest prominente ‘verwarde personen’ van de laatste jaren te noemen? Gremmen poneert dat het strafrecht hier als een vorm van sociale controle wordt gebruikt – om de angst en verwarring na zo’n incident te dempen. Helaas verdwalen er heel wat meer verwarde personen in de fuik van het strafrecht. Onjuist en onrechtvaardig, vind ik. Dit zijn ‘daders’ die niet snappen waar ze zijn, noch wat ze deden. Gremmen schrijft dat het ‘haast niet is voor te stellen’ dat al die verwarde verdachten daadwerkelijk hun proces konden begrijpen en er effectief aan mee konden doen. Wat toch (onder meer) de juridische maatstaf is voor een eerlijk proces. Zij vindt dat het OM vaker strafprocessen tegen verwarde verdachten moet vermijden en dus veel selectiever moet zijn. Ze vindt het OM onvoldoende alert en meent dat eigenlijk alle verdachten voor het eerste verhoor moeten worden gescreend op hun geestelijke gesteldheid. Bij twijfel moet er een vertrouwenspersoon bij het verhoor zijn, naast de raadsman. Dergelijke verhoren moeten altijd opgenomen worden omdat kwetsbare verdachten veel meer open staan voor suggestie of beïnvloeding.
Het komt precies overeen met wat ik in het tijdschrift Justitiële Verkenningen van december, gewijd aan intelligentie en criminaliteit, las over de grote groep licht verstandelijk beperkte verdachten die de politie aanhoudt. 35 tot 45 procent van álle verdachten bij de politie heeft een IQ van 50-70/75 Die zijn suggestibel, komen hun vragenstellers graag tegemoet, of ze zijn juist afwerend, recalcitrant of agressief in situaties die ze niet begrijpen. Het risico op valse bekentenissen bij die groep is hoog. Het zijn mensen met een korte spanningsboog die na een langer verhoor makkelijk bekennen, om er ‘vanaf te zijn’. Deze groep is geoefend in het verbergen van hun gebrek – soms ontdekt de politie pas na een paar veroordelingen dat de ogenschijnlijk volwassene geestelijk twaalf is gebleven. Ze hebben moeite met de volgorde en tijdsverloop van gebeurtenissen. Hebben ze eenmaal bekend, dan kunnen ze moeilijk meer onderscheiden of dat uit eigen wetenschap was of door aangereikte informatie.
Wie wil zien hoe dat werkt, raad ik de documentaireserie Confession Tapes op Netflix aan. Een droevig stemmende reeks afgedwongen of gemanipuleerde bekentenissen bij zwakkere burgers. Onrecht in de rechtszaal dus. Niet om aan te zien.
Deze column verscheen eerder in NRC Handelsblad, katern Opinie & Debat, 24 februari. Alleen de zin over de datum (inmiddels in het verleden) van de promotie van Gremmen is aangepast. Een toelichtend artikel van Eline Gremmen volgt hierna.
Geef een reactie